Deze maand
In het licht van de werkelijkheid lijkt februari een wrede maand, maar u zult mij vergeven dat ik een glimlach hieromtrent niet kan onderdrukken. Wij onverbeterlijke optimisten weten immers dat april nog veel wreder wordt, dus wij genieten van deze februari zo lang het kan. Daarbij klampen wij ons vast aan de opbeurende diagnose van George Orwell over de moderne wereld: ‘We have now sunk to a depth at which re-statement of the obvious is the first duty of intelligent men.’
Hier volgt precies zo'n stichtende gemeenplaats die Orwell bedoelde: er valt troost te putten uit het feit dat de mens het intellectuele vermogen bezit om vurig te geloven in zaken waaraan hij heimelijk twijfelt. Misschien is het zelfs wel des mensen dat het geloof vuriger wordt naarmate men begint te beseffen dat het onwaar, onjuist of onoprecht is. De kunde om te glimlachen om dit menselijk tekort heet beschaving. Uiteindelijk schiet beschaving immers in de lach, en produceert daarmee bevrijding, of dan toch ten minste opluchting. De Grieken kregen hun Aristophanes om te ginnegappen, de Renaissance kwam met De lof der zotheid om te grinniken, onze tijd schonk de wereld Monthy Python om te bulderen - dit is de pelgrimstocht der mensheid in een notendop.
Nu staan wij nu op het punt waar gekozen dient te worden, waar de streep in het zand staat, waar de rug gerecht moet worden. Ik bedoel: hier op deze plek wordt bepaald of dit weer zo'n archetypische Vervelende Verhandeling wordt over westerse waarden, tolerantie, meningsvrijheid, dialoog, godsdienst met veel goedbedoelde gratis recepten voor een betere wereld, of een stuk dat u kunt lezen zonder dat uw ogen de mistige staar krijgen die opwelt bij preken, prevelementen en pretentieuze prietpraat.
Daarom keer ik op mijn schreden terug. Deze februari is natuurlijk geen wrede maand; die zin is een versleten quasi-literaire beeldspraak. En natuurlijk schiet beschaving niet in de lach; hoogstens doen wij dat als we zien hoezeer wij zelf struikelen van dwaalleer naar dwaalleer. Wie nu naar de werkelijkheid kijkt, krijgt helemaal geen diepere gedachten, maar kan slechts peinzen: is het nu het seizoen, het tijdsgewricht, onze leeftijd of de wereld tout court, dat de gedachte ‘Ligt het aan mij of is alles gewoon shit?’ zich met steeds grotere regelmaat opdringt?
Indien u het aan mij vraagt - en dat dient u nimmer te doen - zou ik zeggen: het ligt aan al die zaken tegelijk. Maar misschien ligt het vooral aan het gegeven dat wij zo moeilijk in het reine kunnen komen met een ander inzicht van Orwell: ‘Het is een voortdurende worsteling om te kunnen zien wat zich pal voor je neus afspeelt.’ Bij die worsteling kan de hier voorliggende Hollands Maandblad een leidraad zijn. Maar dan alleen voor lezers die geen gids nodig hebben, omdat zij volwassen genoeg zijn het zonder preken, prevelementen en pretentieuze prietpraat te stellen.
Dit is de 699ste Hollands Maandblad die van de persen is gerold, en zoals altijd staan er meer vraagtekens dan uitroeptekens in. De volgende aflevering is nummer 700, hetgeen met gepaste bescheidenheid zal worden gevierd. Einstein zei ooit: ‘Logica brengt je van a naar b; maar de verbeelding brengt je overal.’ Met u vermoed ik dat hij net een Hollands Maandblad had gelezen. - bb