Meer dan uw ombudsman
Walter Decheiver
episode 19 - Waarin Walter zich overgeeft aan een ornithologische studie en aan de toog een oude vriend terugvindt.
Een ellendige Kerstavond, met een motregen die nog de dappersten van de straat zou vegen. En mijn kapitale hoofdredactionele villa lag, helaas, te ver buiten de bebouwde kom om op te tornen tegen dat kille gordijn. Voor het eerst sedert zeer lang - want de jaren vlieden als men consultant is van het Hoogheemraadschap der Hoofdredacteuren zoals benoemd door de Raad der Hoeders (waarvan ik eminent erelid en voorzitter was) - koerste ik derhalve door de waterkou aan op mijn oude stamkroeg. In de Railroad Bar zou mijn rentree zonder twijfel beschouwd worden als de eerste stap op de weg tot inkeer. ‘Je bent laat, Walter,’ zou barman André brommen, alvorens hij zo'n hartverwarmende Vermaarde Korhoen spoorslags mijn richting op zou dirigeren.
Mister Apax alias Stephen Grabbelaar was streng geweest, heel streng. Mijn oren gloeiden nog na van zijn nadrukkelijke aanwezigheid. ‘Nee, nee, en nog eens nee!’ had hij geroepen, terwijl hij mij indringend aankeek. ‘Hoort u? Een categorisch nee!’ De vraag luidde of hij als eigenaar van de Raad der Hoeders van plan was het Hoogheemraadschap der Hoofdredacteuren in onderdelen te verkopen. Doorgaans hanteren durfkapitalisten zoals mister Apax zo'n exitscenario voor entiteiten die niet het snelle succes brengen waarop was gehoopt. ‘Wij hebben flink in jullie geïnvesteerd,’ had het beschuldigend geklonken. ‘En wat levert dat ons op? Niets! Helemaal niets!’
Even was het stil geweest. Daarna vervolgde mister Apax bars: ‘Toen wij ons belang in de Raad der Hoeders verwierven, dachten wij jullie ergens halverwege een groeispurt naar de beurs te brengen. Maar als het langer duurt om de juiste omvang te bereiken...’ - hier monsterde hij mijn embonpoint - ‘...dan blijft mister Apax desnoods de maximale periode. Maar geen minuut langer!’
Na deze vruchtbare dialoog was ik overvallen door de behoefte aan ornithologische studie naar de hartverwarmende Vermaarde Korhoen, liefst een vol nest. Bovendien had ik nog een reden om naar deze uitspanning te gaan. Nu mister Apax zo op mijn zere tenen had getrapt, kon ik maar één iemand bedenken die mij terzijde zou kunnen staan. Die iemand droeg een beduimelde regenjas, dat attribuut bij uitstek van de journalist pur sang, hij was mijn eeuwige vriend en gelouterde collega, hij was niemand anders dan Daan Schrijvers, onverschrokken voorvechter van het vrije woord. Die dappere Daan, dus, die vast weer energiek als immer in de Railroad Bar het hoogste woord zou voeren als de gangmaker van de columnistencorner.
‘Je bent laat, Walter!’ bromde barman André toen ik binnentrad, en hij begon meteen zo'n hartverwarmende Vermaarde Korhoen in te schenken.
‘Te laat...’ hoorde ik van gene zijde van de toog. Daar hing een verkreukelde figuur in een beduimelde regenjas over zijn al even uitgebluste Waikiki Winker. ‘Daan.’ stamelde ik, ‘wat is er gebeurd? Het lijkt wel alsof je in onderdelen verkocht bent. Je ziet er belabberd uit.’
‘Is dat een bezwaar?,’ riposteerde hij snedig. ‘Ja, voor de aarde zelf is de zaak eenvoudig genoeg. Die draait maar om z'n as en vervolgt z'n baan om de zon en heeft er geen weet van. Maar de mensen erop tobben met moeite en zorg en veel verdriet door de rijstebrijberg van opinies en religies en misverstanden dienaangaande, alsof 't geen oudjaar zal worden, en dat geldt helemaal voor iemand met 31 jaar journalistieke pre-pensioenopbouw, zoals ik, Walter.’
‘Geen filosofie nu, Daan. Mister Apax wil de zaak verkopen. En nog wel op Kerstavond!’
‘Ach, dat heb ik je toch gezegd, Walter. Het staat allemaal al te lezen in mijn Diepgravende Diagnose Over De Stand Der Dingen (en hoe het zover heeft kunnen komen). Maar die wilden jullie als hoofdredacteuren nooit inzien!’
‘Ho-ho,’ intervenieerde ik op gezaghebbende toon, ‘dat kwam alleen maar omdat wij bezig waren met een zender voor kwaliteits-tv, een oase in het dorre medialandschap. Mijn programma was al klaar, Daan. Ik zou mijn hoofdredactionele commentaar gaan voorlezen, net als alle andere hoofdredacteuren.’ We zwegen veelbetekenend, en ik gaf mij over aan een volgende ornithologische studie. ‘Geloof je Ombudsman nou maar, Walter,’ somberde Daan door, ‘Mister Apax trekt aan de touwtjes. Jouw rol is uitgespeeld, Walter.’
‘Hè, doe toch niet altijd zo negatief, Daan!’ riep ik. ‘Morgen. Mijn bureau. Negen uur. Aanvalsplan.’ Vastberaden beende ik de Rairoad Bar uit. Bij de lift draaide ik mij nog eenmaal om. ‘Vrolijk Kerstfeest, Daan. Reken jij even af?’ (wordt vervolgd)
Help Walter aanvallen! walterdecheiver@hotmail.com