Ik ben een keer naar het concert van BB King geweest, wil ik zeggen, maar slik het in.
‘Ik heb nog nooit van mijn leven gestemd,’ gaat hij verder. ‘Maar toen ik haar beknepen Limbo stemmetje uit de radio hoorde komen, dacht ik even om te gaan stemmen. Even dacht ik het. Alleen maar om die trut d'r uit te krijgen, maar toen dacht ik Nee, Hans, Je doet niet mee aan deze wereld. Dit gaat helemaal nergens over. Ik doe niet mee aan deze wereld.’
Hij draait zich weer om en glimlacht. Met zijn achterhoofd naar voren ontwijkt hij twee spookrijdende fietsers en een overstekende hond.
‘Ik ga nu effe mijn mond houden, oké?’ Zijn hand rust losjes op de stoel naast hem alsof hij de rug van een kat aait.
‘Oké,’ zeg ik, en zak terug tegen de rugleuning. Mijn ogen vallen dicht. Hij rijdt in het ritme van een schommelstoel.
Boven de muziek uit hoor ik dat mijn mobiele telefoon gaat. De politie, denk ik. Mijn handen trillen. Ik kijk naar het schermpje. Natuurlijk is het niet de politie. Jij belde de politie, zij bellen jou niet. Dan blijven ze aan de gang.
Ik neem niet op. Dat heb ik de hele week nog niet gedaan. Dat komt wel weer goed.
Ik weet nog hoe hij stonk als een compostbak met gistend bier. Als ik er lang aan denk, ruik ik het ook.
‘Politie,’ besloot ik te zeggen. ‘Ik heb politie nodig bij...’
‘Waar?’ vroeg de vrouw, vast en zeker met een koket headsetje. Ik wist niet hoe de straat heet.
‘Ik weet niet hoe de straat heet,’ zei ik terwijl de man mij tegen mijn gezicht sloeg en mij tegen de grond probeerde te trekken.
‘Bij het Scheepvaartmuseum!’ gilde ik terwijl ik dacht dat dit misschien het einde was. Dat ik moet ophangen om niet bellend[...] Zinloos geweld bij Scheepvaartmuseum, zou de krant schrijven, twaalf regels in de gemengde berichten, geen stille tocht, te onbelangrijk.
‘Waar?’ vroeg de vrouw nog een keer, beleefd en monotoon.
‘Je weet wel, bij het Scheepvaartmuseum,’ huilde ik.
‘In welke stad?’
‘Amsterdam!’ gilde ik.
‘Ik verbind u door.’
Ook het alarmnummer zou van die wachtmuziek moeten hebben. Maar welke muziek? Dramatisch klassiek, top veertig, soul? Of een jukebox die bediend wordt door de telefoniste? Afrekening in het criminele circuit? James Brown! Gevalletje van zinloos geweld in het uitgaansleven? Britney Spears: Hit me baby one more time. Oud vrouwtje beroofd van handtas? Een cantate van Bach: Wo soll ich fliehen hin?
Ik verbind u door.
‘Ik heb twee dagen geleden Joe Cocker gezien,’ zeg ik tegen de chauffeur. ‘Hij speelde op een festival.’
En ik heb ook al twee keer de Rolling Stones gezien, wil ik zeggen, maar voel me erg kinderachtig ineens.
De taxichauffeur begint te vertellen over Joe en Mick en Herman en Deelder alsof het zijn broers zijn. Maten noemt hij ze en dat het zo godvergeten goed is dat ze het maar zo uithouden. Behalve Herman dan. Maar dat speed dan ook echt je hersens opvreet. Dat hij daarom ook zoveel bewondering voor Deelder heeft. En