Uw ombudsman
Daan Schrijvers
episode 10 - Waarin Daan Schrijvers zich verkneukelt op de feestelijke presentatie van zijn Diepgravende Diagnose, maar verweesd achterblijft met andermans liefdesbaby
Het was op een middag in februari; achter ons stond 't lage zonnetje, midden boven het Binnenhof. Hier liepen wij gedrieën: mijn beduimelde regenjas (dat attribuut bij uitstek van de ware journalist pur sang), mijn Diepgravende Diagnose Naar De Stand Der Dingen (en hoe het zover heeft kunnen komen), alsmede mijzelve. Wij waren blij en uitbundig om niets, om 't mooie weer, om de zonneschijn, om de lucht om ons heen, die wij ademden, en om de lucht boven ons, die wij zagen, maar vooral om het uitzicht op de feestelijke presentatie in perscentrum Nieuwspoort van Daans Diepgravende Diagnose.
Ze zouden er allemaal zijn, zo hadden ze beloofd. Mijn lieve oud-collega's van Boek in Beeld, let wel: uit de goede tijd; de voltallige Raad van Hoeders, zoals benoemd door het Hoogheemraadschap der Hoofdredacteuren; alsmede de verzamelde leden van de columnistencorner, die zich bereid hadden verklaard hun belangwekkende tafelgesprekken in nachtproeverij Le Clochard tijdelijk op te schorten om luister bij te zetten aan mijn finest hour, journalistiek gesproken dan.
‘Dag mijnheer Schrijvers,’ klonk het toen de portier van het zwaarbewaakte Nieuwspoort de entree uitnodigend openzwaaide. ‘Alles is klaar, hoor - de microfoon staat aan, de bitterballen zijn op temperatuur, en we hebben extra stoelen bijgeschoven.’
Groot waren de goden hedenmiddag, en goedertieren. Overal zag ik onze presentatie in kapitale bewegwijzering aangekondigd: voor HOE NU VERDER? gaat u rechtsaf. Tevreden keek ik nog even naar het omslag van mijn onderzoek waarop met krulletters deze zelfde levensvraag zo eloquent door mij was verwoord. Hè, dit beloofde gezellig te worden. Elk moment nu kon de zaal volstromen, het pandemonium losbreken, en daarna zou Nederland nooit meer hetzelfde zijn!
Hola, wat was dat nu? Vanuit het belendende vertrek begonnen geluiden door te klinken die de stellige indrukt wekten dat daar de zaal wel gevuld was. Ik meende zelfs de niet op tegenspraak gestelde stemmen te horen van mijn lieve oud-collega's van Boek in Beeld, en van de voltallige Raad van Hoeders, zoals benoemd door het Hoogheemraadschap der Hoofdredacteuren, alsmede van de verzamelde leden van de columnistencorner.
‘Welke weg moeten we gaan?,’ gorgelde het op intellectuele toon vanuit gindse zaal.
‘Nou, dat weten wij wel,’ klonk het galmende antwoord. ‘We moeten afscheid nemen van polariserende discussies en ruimte geven aan het publieke debat.’
‘Welnee!,’ fulmineerde een derde, in wie ik een puissant rijke Hoeder herkende. ‘Het is onze lui makende verzorgingsstaat die mensen niet aanspreekt op alles wat hen mensen én burgers maakt.’
Allejezus, was er nog een presentatie? En waarom was het daar wel zo levendig? Plots deed gestommel op de achterste rij van mijn eigen zaaltje me opschrikken.
‘Je bent laat, Walter!’ riep ik met een van geluk overslaande stem in de richting van mijn enige bezoeker - wie anders dan mijn eeuwige hoofdredacteur en gelouterde collega Walter Decheiver. Maar wat duwde hij daar voort? Dat was toch niet een urban jungle buggy?
‘Daan, ik heb weinig tijd. Hiernaast is een presentatie van eminent belang. Het gaat om een breed spectrum aan gedachten en meningen. Je moet weten: schrijvers, columnisten, wetenschappers en politici, zeg maar de voltallige Raad van Hoeders, geven hun visie in speciaal geschreven essays. En ik ben er trots op dat ik de titel heb verzonnen. ‘Hoe nu verder? - Een routebeschrijving door ons, voor een dolende natie.’
‘Maar Walter,’ stamelde ik, ‘hoe kan dat? Zo heet mijn diagnose toch al: Hoe nu verder? Een routebeschrijving door Daan, voor een dolende natie.’ ‘Ach, Daan,’ glimlachte Walter, ‘weet jij na 31 jaar journalistieke prepensioenopbouw nog niet hoe het werkt?’
Even was het stil. Toen rolde Walter mij zijn buggy toe. ‘Daar ligt de toekomst van onze natie, Daan. Een liefdesbaby, die het voortbestaan van de Raad van Hoeders veiligstelt. Kun jij even zijn luier verschonen, dan stort ik mij hiernaast in het debat en de bitterballen.’
Verbijsterd dwaalden mijn ogen tussen de verweesde stapels van mijn Diepgravende Diagnose en de vuile luier van de liefdesbaby. Die staarde mij doordringend aan, en even meende ik hem te horen zeggen: ‘Ja, voor de aarde zelf is de zaak eenvoudig genoeg. Die draait maar om z'n as en heeft er geen weet van. Maar de mensen erop ploeteren met moeite en zorg en veel verdriet door de rijstebrijberg van opinies en misverstanden dienaangaande. Wacht maar, Daan, je zult het ooit allemaal zelf zien.’ (Wordt vervolgd)
daanschrijvers@hotmail.com - ook uw babysitter!