Uw ombudsman
Daan Schrijvers
episode 7 - Waarin Daan Schrijvers louter uit goedertierenheid een doodzieke patiënt als Bladendokter bijstaat, en er zelf bijna beter van wordt.
De portier is een invalide - was door mijn hoofd geschoten, toen ik neuriënd de burelen van het zieke blad betrad. ‘Goedendag. De naam is Schrijvers, Daan Schrijvers. Ik ben uw bladendokter,’ had ik mij opgewekt bij hem vervoegd.
Even had hij mij vorsend aangekeken. Toen wendde hij zijn blik hoofdschuddend af. ‘Dat kan wel zijn, maar heeft u een afspraak?,’ gromde de invalide portier onaangenaam onaangedaan.
‘Euhhh... ik ben anders wél gestuurd door de voltallige Raad van Hoeders, zoals benoemd door het Hoogheemraadschap der hoofdredacteuren,’ riposteerde ik snedig.
De portier geeuwde geroutineerd. ‘Ach ja, de Raad van Hoeders. Nou, gaat u daar maar even zitten.’ Hij wees naar een oranje zithoek, die bijkans aan het oog werd onttrokken door een mangrovewoud aan pretenties en onverkochte exemplaren.
Hemeltjelief! - de bladendokter komt hier geen moment te vroeg, sprak ik diagnosticerend. Deze patiënt kan wel een kwaliteitsinfuus gebruiken. Andere bladendokters waren in het verleden helaas te laat gekomen aan het sterfbed van respectievelijk De Krant Op Zondag, De Haagse Post, De Nieuwe Linie, De Tijd, Intermagazine, Carrière, O, Skoop, HP / De Tijd Op Zondag, de Typhoon, de Waarheid, Muziek Express, Accent, Avenue, Nieuwsnet, Trouw en Het Vaderland zelve, en al die andere onvergankelijke voorvechters van het vrije woord die niet langer onder ons waren, deze Kerst. Sedertdien stond onze professie in een kwade reuk Dat zou mij niet overkomen!
Mijn eervolle promotie naar het mediamedische metier was volkomen onverwacht geweest. ‘Walter, jij hier?’ had ik de vorige avond nog à l'improviste gestotterd, terwijl ik op de bodem van mijn ziel naar warme woorden had gezocht. Op de drempel stond mijn voormalige hoofdredacteur Walter Decheiver, in wie ik zo lang mijn beminnelijke vriend en gelouterde collega had gezien. Dat was voordat hij mij in de vorige episode zo'n dekselse streek had geleverd, financieel gesproken dan. Daarmee was Daans Diepgravend Onderzoek Naar De Stand Der Dingen (en hoe het zover had kunnen komen) lelijk in het ongerede geraakt.
‘Ha, Die Daan,’ had Decheiver op joviale toon door het avondlijk donker gebulderd, alsof hij de diabolische dolkstoot die hij mij had geleverd alsnog wilde kapitaliseren. En dat was ook zo. Het kwam er in het kort op neer dat het Hoogheemraadschap der Hoofdredacteuren uw Ombudsman had uitverkoren om een van de peilers van het wankelende platform onder hun existentie vakkundig te repareren. Ze hadden een Bladendokter nodig, en wel als den donder! Dit was een spoedgeval!
Na deze mededeling had Decheiver heel even met samengeknepen ogen de kwaliteit van de loopgraven rond mijn zelfrespect getaxeerd.
‘Maar Walter - ik ben al Ombudsman,’ had ik gestotterd, ‘Hier dreigt een dubbelfunctie!’
‘Is dat een bezwaar?’ had hij op amicale toon gesnauwd alsof de zaak allang beklonken was. En zo zat ik hier in de oranje zithoek als Bladendokter. Ik kon niet anders. Maar ik wilde niet ontkennen dat dit huisbezoek ook een mooi gevoel gaf, ik bedoel het gevoel dat men kan redden wat niemand wil lezen. Met verwarmd hart bladerde ik door mijn mediamedisch handboek. Ter voorbereiding van het consult bestudeerde ik nog snel even de hoofdstukken Terug naar tabloid; E-mailen met de uitgever (in het geheim en zonder zorgen); Pijnloos redacteuren ontslaan; Een schoktherapie met human interest; Hoe houd ik mijn oplagecijfers onder de pet? - en andere heilzame tips, die mij evenwel na 31 jaar journalistieke pre-pensioenopbouw al te bekend voorkwamen.
Nee, Daan, wij gaan iets nieuws doen om deze prachtige periodiek, al stammend uit die donkerste oorlogsjaren, vrij te maken van die typisch Nederlandse kwaaltjes, journalistiek gesproken, dan. Bladendokter. Het woord alleen al deed het bloed in Daans aderen sneller vlieden. Mijn hervonden levensvreugde maakte dat ik wel zou kunnen neuriën. Pom, pom, pom, The girl from Ipanema goes walking... Euhh.
Hola, wat was dat nu? Uit het belendende vertrek galmde plots een afgrijselijke kreet. En nog één. Ik voelde een rilling over mijn ruggengraat trekken. Dit klonk als een operatie zonder narcose, zoals die in die donkerste dagen van de oorlog wel werden uitgevoerd. Toen werd het stil. Doodstil. De deur zwaaide open, en op de drempel stond mister Apax zelve. Om zijn lippen speelde een triomfantelijke glimlach, en in zijn hand hield hij een bebloed slagersmes.
‘Je bent laat, Daan,’ sprak de Britse Bladencollectioneur op vriendelijke toon. ‘Té laat.’
(Wordt vervolgd)
Ook uw bladendokter! - daanschrijvers@hotmail.nl