Uw ombudsman
Daan Schrijvers
episode 5 - Waarin Daan Schrijvers danig doordraaft in zijn tweedehands Hugo Boss-kostuum en denkt dat hij de hele wereld aankan, maar ter elfder ure toch nog tot inkeer komt
Het was een maand later, en zeven uur in de vooravond, halverwege de zomer. De zon scheen niet, en de lucht boven de huizen zag eruit alsof we slagregens konden verwachten. Ik voelde mij behaaglijk. Ik had geen airconditioning, en een korte broek had ik ook nooit bezeten. Slechts een beduimelde regenjas hield mij al 31 jaar gezelschap, dat attribuut bij uitstek van de ware journalist pur sang.
Sinds ik echter ombudsman was, uitverkoren door de Raad van Hoeders, zoals benoemd door het Hoogheemraadschap der hoofdredacteuren, was onze relatie bekoeld. Als dijkwachter tegen de verzakking van het nationale beschavingspeil kon ik mij natuurlijk niet vertonen in mijn oude kameraad aan wie drie decennia journalistieke pensioenopbouw niet ongemerkt voorbij waren gegaan. Derhalve had ik vanwege mijn nieuwe statuur mijzelve getrakteerd op een fijn tweedehands Hugo Boss-kostuum, het uniform van de voltallige Raad van Hoeders (als zij aan het kwartetten waren met hun gloednieuwe opties, zo met gulle hand verstrekt door mister Apax).
‘Adieu, trouwe medestrijder van het vrije woord,’ mompelde ik, met een brok in de keel, terwijl ik mijn beduimelde regenjas zorgvuldig op een knaapje drapeerde. ‘We zullen elkaar nog maar weinig zien.’ Ik sloot de deur van mijn legkast, en even meende ik een ‘godzijdank’ als riposte te horen. Maar dat was natuurlijk gekkigheid. Opgewekt stommelde ik de trappen af, op weg naar de ongezouten werkelijkheid, die ik ook vandaag weer aan een nauwgezet onderzoek zou onderwerpen. ‘Daans Diepgravende Diagnose Van De Stand Der Dingen komt af, wat er ook gebeurt,’ sprak ik mijzelf bemoedigend toe.
Het ontging mij niet dat de mensen elkaar op straat aanstootten en mijn richting op wezen. ‘Psssttt, daar gaat Daan Schrijvers, van Daans Diepgravende Diagnose,’ ricocheerde het gefluister over de grachten. ‘Hij zal tot op de bodem uitzoeken hoe het zit met de Grote Overname, en hoe het allemaal zover heeft kunnen komen met ons land. Maar de uitkomst is nog geheim hoor!’ Met een serene glimlach en een verende tred deed ik mij tegoed aan hun inspirerende woorden. Wat een tweedehands Hugo Boss al niet voor een man van een zekere leeftijd kan betekenen!
Juist toen ik iets van een ongerepte levenslust op mijzelve voelde overslaan (en zowaar begon te neuriën: Tall and tan and young and lovely... pom, pom, pom - aah) stuitte ik op een kordon van zwartgelaarsde mannen met bruine koppelriemen die mij met uitgestrekte arm tot een duizendjarig abonnement probeerden te bewegen. ‘Nee, bedankt, jongens,’ sprak ik vriendelijk tegen de gezichten die ik mij vaaglijk meende te herinneren van een drinkgelag bij HP/ De Tijd. ‘Maar ik hoor dat het blad vroeger erg goed was.’
Gewoonweg niets kon vandaag mijn opgeruimd gemoed bederven. In elk geval niet de liquidatie op oud-Joegoslavische wijze die pardoes aan de overkant werd voltrokken, noch de huilende staatssecretaris die geknakt van de Meesterinterviewer vandaan kwam, zomin als de polonaise van personal coaches die met zakken vol geld een ministerie verlieten, laat staan de nieuwe zendmachtiging voor bnn of de Portugese maand in perscentrum Nieuwspoort. Daar sloeg ik geen acht op, dat was slechts oud-Hollandse folklore, dat had he-le-maal niets met de ongezouten werkelijkheid te maken waar uw ombudsman niet aflatend bovenop zat.
Hola, wat was dat nu? Plots staarde een vage vriend mij aan door de winkelruit van een kledingmagazijn. ‘Ha, zeg, dag! Alles goed?’ probeerde ik mijn gebrek aan herkenning te maskeren. Maar ik voelde een rilling over mijn ruggengraat trekken. Alle Jezus, geen twijfel mogelijk! Dit... dit was de ongezouten werkelijkheid zelf, daar in de etalage. Hij probeerde mij door het glas heen iets toe te roepen, terwijl hij beschuldigend op mijn tweedehands Hugo Bosskostuum wees. Wanhopig probeerde ik zijn lippen te lezen. Zei hij nu: waar blijft toch die Diepgravende Diagnose, Daan? Of zei hij: je hebt je imago gered, maar niet je ziel. Toen besefte ik met een schok dat het helemaal niet de ongezouten werkelijkheid was die mij aankeek. Grote Goden, ik was het zelf! Plotseling voelde ik mij in mijn Hugo Boss-kostuum niet zo kogelvrij meer. Als een opgejaagd grachtengordeldier rende ik naar huis, wég, ver weg van mijzelve. Eenmaal binnen dook ik mijn legkast in, en omhelsde mijn beduimelde regenjas, dat attribuut bij uitstek van de ware journalist pur sang. Hij sprak mij troostend toe: ‘Daantje, Daantje, doe toch niet van die deksels domme dingen.’
(Wordt vervolgd)
Ook uw ombudsman! - daanschrijvers@hotmail.nl