Uw ombudsman
Daan Schrijvers
episode 3 - Waarin Daan op het spoor komt van de ongezouten werkelijkheid, en vele vermiste vakbroeders terugvindt in de columnistencorner van nachtproeverij Le Clochard
Behalve Mister Apax die de Wibautraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan Charly da S. Ik trof hem uit hoofde van mijn eervolle opdracht, waarmee ik was belast door de Raad van Hoeders, restituerend onder het Hoogheemraadschap der Hoofdredacteuren.
‘Jij wordt onze ombudsman, Daan,’ had mijn goede vriend en gelouterde collega Walter Decheiver vanachter zijn voorzittershamer gesommeerd. ‘Jouw onderzoek is van meer dan eminent belang nu de Grote Overname een voldongen feit is. We zitten dieper in de shit dan we al dachten.’
‘Ik acht het mijn plicht!’ had ik gestameld, niet wetend dat ik mijzelve nu terug zou vinden op de pampa's van safaripark De Beekse Bergen, oog in oog met de blaffer van Charly da S. die boven de rand van de hangmat uitstak.
Dit was niet mijn idee geweest. ‘We leven nu eenmaal in een andere wereld dan waarin wij opgroeiden, Daan,’ had pmc-documentalist Jantje Wouters gelispeld, toen hij Charly noemde na mijn vraag me op weg te helpen met mijn journalistieke tour d'horizon.
‘Neemt u mij niet kwalijk, ik heb uw naam uit het dossier Diepe Denkers Van Vandaag De Dag,’ probeerde ik het ijs met meneer Da S. te breken. ‘Ik ben hier omwille van Daans Grote Onderzoek naar de stand der dingen. U heeft er vast wel van gehoord.’
Even bleef het stil. Toen schudde de blaffer van nee. Het angstzweet brak mij uit, zodat ik nauwelijks oog had voor de opvallende hoeveelheid nieuwe diersoorten die zich bloeddorstig in mijn richting bewogen. Dankzij mijn tijd aan de zonovergoten stranden waar ik zo had genoten van De Regeling, herkende ik vaaglijk de schroefhoorngeiten, kleinklauwotters, Maleise gibbons, Siberische tijgers, Vietnamese sikaherten, Pater Davidsreeën, Perzische kropgazellen, Mesopotamische dambokken, sarus-kraanvogels en Przewalskipaarden.
‘Euhhh,’ probeerde ik de zwijgende denker de duimschroeven aan te draaien. ‘Ik ben hier voor uw visie op de actuele stand van de ongezouten werkelijkheid. Deze eervolle opdracht is mij verstrekt door de Raad van Hoeders, en...’
De blaffer schudde nu duidelijk van ja. Er kwam zowaar beweging in de hangmat.
‘O, het izze die Bolle weer,’ sprak een vriendelijk gezicht met een vies vlassnorretje vanonder een royale sombrero. ‘Die Decheiver vanne jou heeft overal zijn worstevingertjes tussen, niet? Geenne wonder dat de Nederlandse journalistiek zo achteruit holt, wel?’
Charly keek over mijn schouder, alsof daar een camera stond (en helemaal niet de Mesopotamische dambokken), en sprak: ‘Heje, Walter - kenne jij mij nog?’
Zo kwam het dat wij daarboven, op het gelijkgeschoren, glanzige gras, goedgemutst thee dronken in de schaduw van de grote beukenboom. Charly bleek een aimabele man die door het vizier van zijn blaffer een heldere kijk op de werkelijkheid had. ‘Ombudsman, huh? Overname, wat? Charly zegge: follow the money, Daan.’
Met die wijsheid begaf ik me schielijk uit het zicht van de kleinklauwotters richting mijn favoriete pleisterplaats voor contemplatieve overpeinzingen van intellectuele snit waar de diepste gedachten van de vaderlandse visionairs zich zo goed op een rijtje lieten zetten, en waar men bovendien nog een straffe Café Copacabana wist te schenken. Ik bedoel natuurlijk de nachtproeverij Le Clochard.
‘Je bent laat, Daan,’ had het gegalmd door de uitspanning, toen ik in mijn beduimelde regenjas, mijn medestrijder op de barricades van het vrije woord, die evenzeer aan eenendertig jaar pensioenopbouw leed als ik, aan een knaapje hing. Omdat journalistiek in wezen een eenzaam vak is, klitte men hier zonder tegenzin tezamen rond het zacht pruttelend haardvuur in de columnistencorner.
Dit was gezelligheid, dit was beter dan thuis! Ik herkende vele vermiste vakbroeders, onder wie de zojuist bij Het Parool afgezwaaide Elma Dusbaba, de zojuist bij NRC Handelsblad uitgerangeerde Max Stam, de op het nippertje voor de mensheid geredde Elsbeth Sparwasser, nog altijd druk op zoek in haar handtasje naar de weapons of cultural mass destruction, alsmede Paul Cocu, die zojuist zelf bij Buitenhof om een publiekswissel had gevraagd. ‘Die islam is zo gek nog niet, Daan,’ sprak de laatste, terwijl hij nonchalant de tulband van zijn buurman en bruggenbouwer Imam Hazelhoeff probeerde. ‘Daar wordt er tenminste naar je geluisterd!’
Ik lette even niet op hem. De lessen van Charly da S. hadden mij op het spoor van de werkelijkheid gezet. Maar wat uw Ombudsman nog niet kon weten, was dat ik in de komende episode een verdacht pakketje tussen de rails zou vinden.
(Wordt vervolgd)
Ook uw ombudsman! daanschrijvers@hotmail.nl