Pauze. Vervolgens, nog steeds op volume maar in een andere toonaard: ‘Harvey? Rick Nolan. Ik heb niet veel tijd maar ik wou je toch even bellen. Ik had net de advocaat van Baines Consolidated aan de lijn en hij schijt in zijn broek. Je hebt ze bij hun lurven, jongen. Het is precies zo gegaan als ik je gezegd had. Je hebt gelijk, en als je je poot stijf houdt, krijg je gelijk.’
Pauze. Dan: ‘Natuurlijk. Ik hou je op de hoogte. Groeten aan je vrouw. Hoe is het met junior? Zijn eerste home run? Wat zeg je?’
Pauze. ‘Daar word ik helemaal sentimenteel van, Harvey. Dan moet ik gelijk denken aan mijn eigen zoon toen hij nog klein was. Ik heb nog een hele verzameling oude honkbalpetten thuis. Wat is zijn favoriete team? De Orioles? Ik zal kijken, maar niet tegen hem zeggen, hoor. Het moet een verrassing blijven. Okay. Okay, Harvey. Tot gauw.’
Ik stond op, deed mijn stropdas recht en mijn jasje aan en duwde de tussendeur naar de wachtkamer open.
‘Het spijt me dat ik je heb laten wachten,’ zei ik.
Leon Corwin was in de dertig, van gemiddeld postuur, onopvallend gekleed en hij had een neutraal, regelmatig gezicht. Geen enkel bijzonder kenmerk. Hij was zwart, maar zelfs dat viel niet op, in deze buurt.
‘Mijn secretaresse is vanmiddag wat vroeger naar huis gegaan,’ zei ik en ik wees even op het bureau met het bordje ‘Please be seated’. Het is jaren geleden dat er iemand achter dat bureau zat.
‘Kom verder, kom verder.’
Leon Corwin aarzelde.
‘Heb ik goed begrepen,’ zei hij, ‘dat de eerste consultatie gratis is?’
‘Dat staat met grote letters boven de voordeur, of niet?’
‘Jawel, maar ik dacht, ik vraag het toch even, om misverstanden te vermijden.’
‘Als het boven de voordeur staat, dan is het zo.’
Hij kwam binnen en ging aan mijn bureau zitten. Onderaan de telefoon drukte ik op de knop voor de tweede buitenlijn, die ik al lang niet meer heb.
‘Ik zet hem op de voicemail,’ zei ik. ‘Dan kunnen we rustig praten.’
Corwin praatte omzichtig en met een eentonige stem.
‘Meneer Nolan,’ zei hij. ‘Ik geloof dat ik een probleem heb.’
‘Als je denkt dat je een probleem hebt,’ zei ik, ‘heb je gewoonlijk gelijk.’
Corwin knikte.’
‘Ik heb een bedrijf,’ zei hij. ‘Schoonmaak en onderhoud van bedrijfsruimtes. Een klein bedrijf. Ik werk voor mezelf.’
‘Hoe staan de zaken?’
‘Redelijk. Wel redelijk, maar het is niet zo druk als ik zou willen. Ik had er eigenlijk op gerekend dat het drukker zou zijn.’
‘Had je daar letterlijk op gerekend?’
Corwin keek mij niet begrijpend aan.
‘Ik bedoel,’ zei ik, ‘heb je teveel geld geleend?’
‘Ja,’ zei hij. ‘Hoe wist u dat?’
‘Ik doe dit werk al een hele tijd.’
‘Mijn financier wil niet langer op zijn geld wachten en heeft gedreigd...’
‘... dat hij naar de rechter zou gaan voor een bankroetverklaring.’
‘Ja. Ja, inderdaad.’
‘Ongetwijfeld per aangetekende brief.’
‘Inderdaad.’
‘Is het een bank of een particulier?’
‘Een particulier.’
‘Heeft hij recht op zijn geld?’