heid. Door zijn besluiteloosheid raken zijn daden steeds meer aan ongecontroleerde willekeur onderhevig.
Juist doordat Hamlet niet kiest, maakt hij de grootste fout en begaat ‘toevalligerwijs’ de moord op Polonius. Wanneer hij iets achter een gordijn hoort ritselen, steekt hij er in een reflex op los, waarbij hij krankzinnig uitroept: ‘How? now! A rat?’ Hamlet lijkt op dit moment al zo ver in zijn spel van waanzin gevorderd, dat hij geen moment treurt om het onschuldige slachtoffer.
Hamlets willekeurige handeling heeft echter de meest pijnlijke gevolgen. Wanneer Ophelia verneemt dat haar vader dood is, verliest zij werkelijk haar verstand en verdrinkt zichzelf al zingend en bloemenkransen vlechtend in een rivier. Juist Hamlets liefde, waaraan als enige niet getwijfeld mocht worden, wordt het slachtoffer van zijn twijfels en halfslachtige gedrag. Precies doordat hij te bang was om tot daden over te gaan, heeft hij ‘per ongeluk’ een tragische daad verricht.
In Les Mouches speelt een spiegelbeeld van deze situatie. De Orestes van Sartre bevindt zich eveneens in een spel, waarin hij zich anders voordoet dan hij werkelijk is. Orestes verhult aanvankelijk zijn identiteit en doet zich voor als reiziger van elders. Nadat hij zijn identiteit aan zijn zus Electra heeft onthuld, blijft zij hem evenwel als de vreemdeling aanspreken. De jongen die zich voordoet als haar broer is in haar ogen veel te zachtaardig om de wraak op hun vader uit te voeren en kan om deze reden Orestes niet zijn.
Met zijn vriendelijkheid wint Orestes geenszins het respect en de genegenheid van zijn zusje, waar hij zo naar verlangt. Uiteindelijk beseft hij dat hij slechts haar liefde zal kunnen winnen door te moorden. Op dat punt is de tragische twijfel compleet en staat hij zonder kompas van goed en kwaad: ‘A présent je suis las, je ne distingue plus le Bien du Mal et j'ai besoin qu'on me trace ma route.’
De tragische kern van Hamlet en van Sartres Les Mouches bestaat net zoals de klassieke tragedies uit het dilemma van een keuze zonder catharsis. Maar anders dan de klassieken gaan ze ook over de onmacht om een keuze te maken. Er zijn geen goden of orakels meer die fatale beslissingen onafwendbaar en onontkoombaar maken. Door de buitengewone verwoording van al zijn argwaan en aarzelingen, is het moeilijk Hamlet van lafheid of slap en weekhartig gedrag te beschuldigen. Dat zou betekenen dat we onszelf zouden beschuldigen. Zijn twijfels zijn voor ons begrijpelijk en sympathiek. Het is niet zijn ondergang (het klassieke thema) die wij herkennen, maar zijn onzekerheid en gespeelde zekerheid (het moderne thema).
In feite is in de eerste acte, wanneer Hamlet belooft de moord zo snel mogelijk te wreken, de aarzeling al in zijn woordkeuze te bespeuren: ‘That I, with wings / as swift / As meditation, or the thoughts of love, / may sweep my revenge.’ Deze beschrijving van de haast waarmee hij te werk zal gaan, klinkt lyrisch maar is eigenlijk weinig overtuigend. Is het niet juist de overpeinzing die daden doet uitstellen en de tijd doet vertragen? En schildert Hamlet zelf niet juist de gedachten aan liefde als gedachten die het meest bestendig zijn van alle gedachten?
Met deze woordkeus voorspelt Hamlet al zijn eigen onvermogen tot een snelle en doelmatige wraak. Hij is zich bewust van de verantwoordelijkheid die hij voor zijn daden moet dragen. Hij is diep doordrongen van dat moderne (en zeker niet klassieke) levensgevoel dat de dood weliswaar een einde zal maken aan de verterende twijfel en angst, maar tegelijkertijd ook de oorzaak vormt van alle angsten zolang men leeft. Niet voor niets is ‘To be, or not to be, that is the question’ tegenwoordig de beroemdste zin uit het stuk.
Volgens Hamlet wordt iedere keuze door angst geleid. Degene die onmiddellijk tot wraak besluit, blijkt bang voor het leed dat het leven brengt. Maar degene die niet wreekt, vreest in nog heviger mate wat er na de dood komt. Hierin ligt tevens de breuk tussen de klassieke tragiek en de moderne tragiek. De Orestes van Aeschylus is tragisch omdat hij onafwendbaar de moord op zijn moeder zal voltrekken. Hamlet en de Orestes van Sartre zijn tragisch omdat ze in vertwijfeling de keuze voor de daad blijven uitstellen. In hun twijfel die aan de keuze voorafgaat, herkennen wij onszelf, als we al een keuze durven te maken.