delijkheden. Sindsdien zijn boven Irak meer missies gevlogen en meer bommen afgeworpen dan tijdens de gehele strijd om Kosovo.
Het Irak-conflict sleepte zodanig voort dat nog tijdens de regering Clinton allerlei plannen werden gemaakt hoe het best tot ‘regime change’ in Bagdad te komen. Tot de voorstanders van veel harder gewapend ingrijpen behoorden destijds Madeleine Albright en Al Gore, maar Clinton besloot de oorlog in een lage intensiteit te blijven voeren om de Arabische bondgenoten niet te verontrusten. Desondanks kostte deze vorm van oorlog de VS een miljard dollar per jaar, en het is dan ook geen wonder dat men daar met woede constateerde dat landen als Frankrijk en Duitsland allerlei schimmige handelscontacten met Irak begonnen aan te knopen, en zich nauwelijks schenen te bekommeren om de vele tonnen biologische en chemische wapens die daar volgens de wapeninspecteurs nog altijd ‘kwijt’ waren.
In 1999 drong een meerheid van zowel Senaat als Congres in de VS aan op het stellen van een strenge deadline voor Saddam om geheel en al te voldoen aan de VN-resoluties of anders ‘serious consequences’ onder ogen te zien. De thans als hete aardappel op tafel liggende resolutie 1441 is een vrijwel woordelijke herhaling van de voorstellen uit die tijd. Overigens probeerden in datzelfde jaar 1999 Nederland en Groot-Brittannië gezamenlijk om in de Veiligheidsraad opnieuw een resolutie door te drukken die nieuwe inspecties mogelijk maakte (na twee eerder aangenomen unanieme resoluties in 1998 waarin Saddam werd veroordeeld, maar die zonder consequenties bleven). Dat plan werd getorpedeerd door Frankrijk, Rusland en China.
Anderzijds probeert de VS thans een internationale coalitie te smeden om de VN-resoluties inzake Irak uit te voeren, nadat de regering Bush werkelijk alles heeft gedaan om het transatlantische web van samenwerking te ondermijnen, te frustreren en te beschadigen. Dat geldt voor het afwijzen van het Kyoto-verdrag, het afwijzen van de Conventie inzake Biologische Wapens, het afwijzen van de Conventie inzake Landmijnen, het afwijzen van het Verdrag inzake het verbod op het testen van nucleaire wapens, het afwijzen van het Internationaal Strafhof, het afwijzen van het neerhalen van de tariefmuren voor Europees staal, het afwijzen van de vraag om beëindiging van de 52 miljard dollar aan landbouwsteun voor Amerikaanse boeren, en niet in de laatste plaats het afwijzen van elk Europees initiatief in het Israëlisch-Palestijnse conflict.
Terwijl de VS niet begreep dat deze afwijzingen in Europa werden opgevat als even zovele affronts, begreep Europa niet dat de VS na 11 september handelt vanuit een geheel nieuw gevoel van kwetsbaarheid. Wat de wereldvisie van de VS thans precies behelst, is wellicht niet kristalhelder maar het komt er wel op neer dan men steeds minder neigt naar het perspectief van de Kantiaanse ‘eeuwige vrede’ door middel van internationale verdragen, allianties en verbanden, en steeds meer voor de Hobbesiaanse versie van de wereldorde waarin het een kwestie is van eten of gegeten worden. Indien de Amerikanen inderdaad ten strijde trekken zonder nieuwe VN-resolutie betekent dit dan ook wel degelijk een significante verschuiving in de internationale verhoudingen zoals die golden sinds de Tweede Wereldoorlog. In zekere zin zijn we dan terug bij de unilaterale ‘preventieve oorlog’ die Duitsland en het Habsburgse Rijk in 1914 tegen Servië begonnen (zonder dat gezegd is dat de consequenties even catastrofaal zullen zijn, hoewel niets is uitgesloten).
Van enig belang is eveneens dat het transatlantische misverstand groeide tegen de achtergrond van een nog veel groter abuis dat aan beide zijden van de oceaan speelde: de notie dat ‘Europa’ iets is in staatkundige zin, een politieke entiteit die met één stem en één doel in de wereld opereert. Dit nu is een vergissing. Dit komt deels omdat ‘Europa’ nooit een duidelijk politiek doel heeft gehad dat verder reikte dan het veiligstellen van de vrede tussen Duitsland en Frankrijk, en deels omdat het na de val van de Berlijnse Muur dat gebrek aan politiek doel inruilde voor een overdaad aan