wel zijn ter voorkoming van nare misverstanden, zoals dat wij denken dat die Sluizer zich niet ironisch weet te gedragen.
De personages in Het Bureau houden wel van een lolletje, wil ik maar zeggen. Dat blijkt ook op p 364-365. In het bestek van een halve pagina zegt Kaatje Kater iets ‘vermaakt’, antwoordt Beerta hier ‘ironisch’ op en kijken beiden vervolgens van een afstand toe, en wel ‘Beerta ironisch, Kaatje Kater geamuseerd’.
U raakt nu al verward? Dan had u wellicht p. 323-324 overgeslagen. Daar ontwaart in het bestek van nog geen hele pagina Maarten eerst een ‘verwarrende’ sensualiteit in Jacquelines stem, ‘verwart’ vervolgens de warmte in haar stem hem en loopt hij tenslotte ‘verward’ een deur voorbij. Zou deze vrouw Maarten misschien niet helemaal onberoerd laten?
Ik zou nog erg lang kunnen doorgaan met voorbeelden van dit soort niets-aan-duidelijkheid-te-wensen-overlatende beschrijvingen. Maar ik wil u niet vervelen zoals deze beschrijvingen mij verveelden.
Iets opwindender is het palet van grammaticale en syntactische gaffes die in Het Bureau zijn te vinden. Dat betreft dan bijvoorbeeld de frequente verwarring tussen meervoud en enkelvoud. Zoals in deel i:
p. 73: ‘u bent een van diegenen die (...) onze lijsten hebt ingevuld.’
Van wie bent u er een? Van diegenen die iets hebt ingevuld.
p. 108: ‘Van den Akker stond bekend als (...) een van de weinigen ook wiens boeken verplichte examenstof waren.’
Van den Akker stond bekend als een van de weinigen. Wie die weinigen zijn, waar ze wonen, wat ze doen voor de kost, de lezer kan er slechts naar gissen. Waarschijnlijk vormen hun boeken echter geen verplichte examenstof, want dan had er wel ‘wier’ in plaats van ‘wiens’ gestaan.
p. 363: ‘Kroezenkamp was één van de correspondenten die gereageerd had op de oproep’
Van welke soort correspondenten was Kroezenkamp er één? Niet van hen die hadden gereageerd op de oproep - want dan had er ‘gereageerd hadden’ gestaan. Zoals Van den Akker één van de weinigen zonder meer was, was Kroezenkamp gewoon één van de correspondenten, punt uit.
p. 733: ‘Op de schoorsteenmantel stond (...) wat portretten in lijstjes (...)’
Portretten stond op de schoorsteenmantel, u ziet hullie al staan.
In deel ii is het meer van hetzelfde:
p. 197: ‘Enigszins terzijde van de drom waar thee en koffie werden geschonken, wachtte hij op zijn beurt, een van de laatsten die bediend werd.’
Hij is een van de laatsten, Maarten, maar hij wordt in ieder geval bediend en dat moeten die anderen uit het groepje laatsten nog maar helemaal afwachten. - Soms is hij ook een van de eersten. Met name op momenten dat er een bus voorrijdt. Wat dat voor soort eersten zijn, is niet duidelijk. Waarschijnlijk die, waarvan er veel de laatsten zijn geweest. Een soort geheim genootschap, waarover ons dan ook alleen wordt meegedeeld dat hij erbij hoort. Geheel los daarvan wordt ons verteld dat hij de bus instapt.
p. 211: ‘Toen de bus voorreed, was Maarten een van de eersten die instapte.’
Zo hebben wij in Nederland ook maar weinig politieke partijen:
p. 561: ‘“Mijn partij is een van de weinige partijen die gelijk is gebleven,” zei Maarten.’
En in deze trant zou ik wel door kunnen gaan indien ik u echt in slaap zou willen sussen.
Snel door naar de naamvallenvalkuilen en ander grammaticaal ongerief. Eerst deel i:
p. 443: ‘Een jongen (...) deed hen open (...)’.
p. 487: ‘Karel Ravelli deed hen (...) open’.
Helaas krijgt men ook bij Voskuil niet te lezen wat iemand, die anderen opendoet, daar dan aantreft. De schrijver gebruikt hier het lijdend voorwerp (4de naamval), waar uitsluitend het meewerkend voorwerp (3de naamval) is toegestaan. Ik word niet opengedaan. Mij wordt opengedaan. Wat wordt mij opengedaan? De deur.
p. 702: ‘Ik word (...) om advies gevraagd!’ - Dit is net zo'n onzin als die deur, die ik word opengedaan. En nu we het toch over deuren hebben:
p. 123: ‘Maarten hoorde hem juffrouw Haan een gelukkig nieuwjaar wensen en toen de deur van het eerste lokaal.’
Een door Voskuil veelgebruikte stijlfiguur: ‘Gelukkig Nieuwjaar, beste deur’.
In deel ii worden mensen zonder deur - maar ook zonder enige verdoving - opengemaakt: p. 499: ‘De moeder van Klaas deed hen open.’
Wat ook een vaste uitglijder blijkt bij de neer-