| |
| |
| |
Laatste kans
door Pieter Waterdrinker
En toen ging ze nog even langs de drogist in de Gostinnij Dvor om zo'n Frans scheermesje te kopen. Zo eentje met een mintgroen, geel of roze geribbeld handvat van doorzichtige kunststof, voorzien van luchtbelletjes, waardoor ze wel op bizarre diepzeekoralen leken. Haar roebels waren bijna op, maar wat zou dat? In welk ander Petersburgs warenhuis waren ze zo goedkoop? Ze had sowieso besloten dat dit de laatste keer was... En daarna... Het inschrijfgeld voor nog eens drie kennismakingsavonden had ze gewoonweg niet...
‘Honderdtwintig roebel,’ knorde het meisje achter de kassa, nadat ze het epileermesje en een babyflesje scheerschuim had aangeslagen. Wilde ze soms een tasje?
Tussen mensenschimmen snelde ze daarna over de Nevski Prospekt in de richting van het klooster, terwijl de natte novembervlokken haar in het gezicht stoven. Even stond ze stil om een hoofddoekje om te slaan. Ze keek in een etalageruit: bekoorlijke lokken, rode wangen. Van de kou, maar toch. Waarom was ze nooit zomaar op straat de man van haar dromen tegengekomen? Zoals in Hollywoodfilms, waarvan er deze maand al twee op de televisie waren geweest. Trouwens, had ze nu alles voor vanavond?
Mila worstelde zich door een winderige klapdeur het metrostation binnen en liet zich door de roltrappen de diepte inzuigen. Even later zat ze in een hobbelende en helverlichte wagon waar ze in de spiegeling van de vettige ramen nogmaals haar gezicht bekeek. Inderdaad gezond gekleurd. Niet om het één of ander, maar ook een objectieve buitenstaander zou zeggen: een schoonheid. Een echte Russische schoonheid.
In het metrostel hingen reclames voor huishoudapparatuur, voor preparaten tegen alcoholisme en impotentie, voor sigaretten, maandverband en nylonkousen, en voor reizen naar exotische bestemmingen. Tegenover haar zat een vrouw van een jaar of zestig met een kin vol wratten, een boodschappentas op haar schoot. Boven haar hoofd fonkelde een kleurige afbeelding van het eiland Kos. Voor dat schepsel waren die palm, die Griekse hemel en dat zwembad net zo ver weg als Pluto of Mars. Maar voor Mila, daarentegen, net eenendertig en in de bloei van haar leven als volslanke brunette, was alles nog... Pfui!... Alsof het haar daarom te doen was! Om zo'n zwembad en die stomme palmen! In haar jeugd, toen haar ouders nog leefden, was ze een paar maal in de badplaats Sotsji geweest. Maar liever dan de bougainville en de oleander van de Russische Rivièra had ze de naar hars en berkensap geurende bossen van Karelië, de meertjes vlak aan de grens met Finland, waar haar vader en moeder... Hemel, ze moest hier uitstappen! Bijna had ze de halte gemist...
Thuis stond Mila een kwartier onder de hete douche waarna ze, in de beslotenheid van de communale keuken, achter elkaar drie kroezen thee dronk. In haar badjas bleef ze doezelen boven de Marie Claire die ze de dag ervoor bij een kioskje naast de St. Isaakskathedraal had gekocht. De tijd vloog. Voordat ze het wist was de stotteraar Ivan Petrovitjs van zijn werk in de haven thuisgekomen, gevolgd door de dikke Asja Nikolajevna, die als bewaakster in het legermuseum zat en nu met twee pannen uien en aardappelen het halve fornuis in bezit nam.
Een paar minuten later stapte ook Ilja Abramovitsj in een pedante kersrode kamerjas de keuken binnen. Hij is een jood, hadden de anderen haar herhaaldelijk toegesist toen hij zijn intrek nam. Zijn zwarte haar leek vanuit de verte wel gelakt. Hij
| |
| |
keek Mila met vettige oogjes aan. Sinds kort werkte hij als portier in een nachtclub achter de Hermitage; hij nam vaak 's morgens vroeg nog vriendinnetjes mee, zodat Mila, wier bed - slechts gescheiden door een centimeters dunne kartonnen wand - feitelijk naast dat van hem stond...
Ach, het was allemaal te walgelijk voor woorden en volgens haar maakte hij expres zoveel lawaai om haar wakker te maken, te treiteren, op te winden misschien... Met een vierde kroes thee stond Mila op en ze liep zwijgend langs Ilja Abramovitsj naar haar kamer, waar ze de deur op het nachtslot deed. Het was bijna halfzeven. Ze trok haar badjas uit en voelde even aan haar haren, die nu droog waren. Het was enigszins gaan schrijnen en jeuken, daar tussen haar benen, en Mila zag tot haar verschrikking hoe een puistje aan de binnenkant van haar linker dij zich in een halfuur tijd had ontwikkeld tot een rood monstertje. Waar was de crème? Ze had dat natuurlijk ook gisteren moeten doen, dat epileren, maar toen had ze er gewoon geen tijd voor gehad. Er waren zes acute buiken binnengebracht, alle zes appendicitis, en ze had in haar witte jurk met een witpapieren muts op haar hoofd twaalf uur achtereen staan sloven in de verbandkamer en lopen draven in de sireneblauw verlichte gangen...
Mila was nu helemaal geschoren, zoals stond voorgeschreven in de buitenlandse tijdschriften, en ze vond dat het haar niet beroerd stond. Ze was volmaakt geschapen. Als betrof het een religieus ritueel, zo voorzichtig deed ze haar nieuwe bh van La Perla om, gevolgd door een belachelijk klein vlinderbroekje van hetzelfde merk, waarvan het de truc was dat deze niet te opzichtig en te ordinair, maar ook weer niet volkomen onzichtbaar mocht zijn onder haar zwarte jurkje met witte blouse, want zowel de Amerikanen, de Canadezen als de Duitsers, zo was haar verteld, hielden van pikante kuisheid. Wat ze in de ovalen spiegel boven de wasbak zag beviel haar uitermate. Ja, ze was beslist zeer de moeite waard. Het klokje in de vensterbank, een erfstuk van haar ouders, sloeg zeven uur.
Ze besproeide zich overdadig uit een pilaartje Roma en stapte om kwart over zeven door de stinkende gemeenschappelijke gang naar de voordeur, waar dat mens Asja Nikolajevna haar even met een haatdragende blik vol afkeuring aanstaarde. Alsof ze niet op weg was naar een ontmoetingsavond voor buitenlandse vrijgezellen met aantrekkelijke Russische jonge vrouwen, maar om te gaan paraderen op de Nevski Prospekt, terwijl wij, ontwikkelde lezers die onze ogen de kost geven, al eeuwenlang weten wat dat betekent...
Maar wat kon het haar ook schelen? Mila werkte aan haar toekomst. Vanavond was misschien wel haar laatste kans. Natuurlijk had ze het hiervoor met Russische mannen geprobeerd; hoeveel waren het er wel niet geweest? De laatste nog niet zo lang geleden. Pavel, een anesthesist met een acteursgezicht die Mila eerst naar een peperduur Japans restaurant had uitgenodigd en haar toen, op zijn datsja bij het Ladogameer, zo ruw te pakken had genomen, dat... Ze wilden allemaal hetzelfde, die Russische kerels, zelfs die doktoren... En als ze al niet zopen, dan waren ze wel getrouwd of hielden er in ieder geval een bedrieglijk leven op na. In het Westen, vertelde de folder van het bemiddelingsbureau, lagen deze zaken compleet anders.
Na een minuut of tien stond Mila opnieuw in een metrostel, op weg van haar huurkazerne op het Vasiliuseiland naar het centrum. Het licht boven haar hoofd was zo intens geel dat het leek alsof de lampen met honing waren ingesmeerd. Ze voelde zich schoon, gezond en ongelofelijk energiek. Ze rook de vleugen parfum in haar polsen en nek, en wat zat alles toch prettig: het nieuwe ondergoed, haar dofzwarte jurk, haar mantel van Pools imitatiebont die haar buitengewoon slank afkleedde. In een plastic tasje hield ze haar schoenen met hoge hakken, eveneens dofzwart, vervaardigd van Italiaans suède, die ze bij de garderobe zou verwisselen voor haar laarzen.
| |
| |
Mila was op de top van haar leven, dat voelde ze. Ze was geheel en al klaar om de schatten van het bestaan eindelijk te ontvangen: liefde, romantiek, onbaatzuchtige aandacht, een huis, een kind, een paspoort. Haar blik werd wederom getroffen door een reclame van een villa met palmen en een zwembad, met ditmaal in schuine letters Côte d'Azur eronder. Toen ze het metrostel uitstapte en als in één vloeiende beweging via een zilveren schacht, waar mannenogen op de belendende afdalende roltrap haar strak aankeken, naar omhoog werd gevoerd, voelde ze dat het vanavond zou gaan lukken... Nee, het kon niet fout gaan... Driemaal was scheepsrecht!
De ontmoetingsavond werd gehouden in een hotel dat onderdak had gegeven aan talloze mensen die oneindig veel beroemder waren dan Mila. In de vestibule was het zo druk als in een stationshal. De atmosfeer was zwanger van opgewonden geroezemoes en Mila zag hoe een sliert hoogblonde stadsgenoten in avondjurken, gechaperonneerd door mannen in zwartje jasjes en met vlinderstrikjes, vol kapsonesbewegingen het bordeaux van de trap beklom. In de banketzaal op de tweede verdieping was een bruiloft gaande, georganiseerd door één of andere hoge pief uit het gemeentebestuur. Mila ving het gerucht op dat er ook een minister uit Moskou werd verwacht. Voor het hotel waren Mercedessen en terreinwagens met hun chauffeurs bijna op de stoep geparkeerd, zoals een eeuw eerder op dezelfde plek huurrijtuigjes en calèches, met dampende paarden en hun in waterdichte kepen gehulde koetsiers daar hadden gestaan.
Het bureau waar Mila zich had ingeschreven was vanwege het banket op het laatste moment verdreven naar een ruimte op de benedenverdieping waar gewoonlijk het ontbijt werd geserveerd. Nadat ze snel haar laarzen voor haar schoenen had verwisseld en zichzelf in gezelschap van vier zwijgende dames had bekeken, betast en geschikt in het ijskoude licht boven de spiegels in de damestoiletten, stapte ze het zaaltje binnen. Op het podium speelde een orkestje ‘My way’. Een stuk of veertig jonge Russische vrouwen, van wie het merendeel net als Mila enigszins formeel met veel zwart en wit was gekleed, zaten op lage taboeretjes rechts van het podium bijeen. Een verloren vlucht neergestreken vogels.
‘Wat is uw naam?’ vroeg een stralende vrouw die met tikkende hakken op Mila was komen toelopen, terwijl ze met een zilveren pennetje zwierig over een lijst ging. Mila antwoordde: ‘Sidorova’, waarna de stralende vrouw knikte, met haar pennetje naar een tafel wees, en zei: ‘Daar kunt u alvast een gratis glas champagne nemen. Ik wens u een prettige avond.’
Er waren ditmaal beduidend meer dames dan de vorige keren. Het leek wel alsof half vrouwelijk Petersburg ineens op het idee was gekomen om met een buitenlander kennis te maken. Mila stapte met haar champagne voorzichtig naar één van de laatste vrije taboeretjes, vleide zich daarop neer, sloeg haar benen over elkaar en gaf zich al spoedig over aan de bezigheid van de anderen: het zo onopvallend mogelijk bespieden van elkaar, waarbij ieder met rekenkundige hardvochtigheid watervlug werd gewogen en gemeten. Tussen de nieuwelingen ontwaarde Mila een enkel bekend gezicht. Wat haar verontrustte was het kleine aantal mannen dat, met enorme bierpullen voor hun kaken, bij de paarsverlichte bar bijeen stond. Godver, het waren er veel minder dan de vorige keren. In de gauwigheid telde Mila er slechts twaalf, nee: dertien. Het was één op drie, misschien zelfs één op vier. Wat een wanverhouding.
De stralende vrouw van het bemiddelingsbureau beklom het podium en opende met een vrolijk toespraakje de avond. Daarna mochten de mannen zich in een notendop aan het publiek voorstellen, waarbij het gestuntel in hun moedertaal (leeftijd, beroep, hobby's) door twee vrouwelijke tolken in vlot Russisch werd vertaald. James, John, Joe en Billy - ze hielden allen van een huiselijk leven en waardeerden
| |
| |
de beroemde verzorgende kwaliteiten van de Russische vrouw. Van de Duitsers was er één die Heinz heette en die er ronduit voor uitkwam dat zijn toekomstige echtgenote blond moest zijn en van seks hield, en daarbij zou moeten willen zorgen voor zijn zoontje van tien. Ze leken vanavond allen de vijftig gepasseerd. De meesten waren kaal en corpulent, maar niet zo wanstaltig dik als de meeste Russische mannen op die leeftijd. Sommige Amerikanen hadden een baseballpet op, zelfs als ze daaronder een jasje met een stropdas droegen.
Na de introductie ging het orkestje geleidelijk over van evergreens op wat swingender muziek en na een halfuurtje hadden de eerste paartjes zich al voorzichtig op de dansvloer gevormd. Boven hun hoofden fonkelde een glitterbol als een ster in het universum. Er waren alsnog een paar meisjes komen binnenlopen, waardoor de verhouding inmiddels één op vijf lag. Tegen halftien had Mila haar derde en laatste glas gratis champagne langzaam leeggedronken. En was ze nog steeds door geen van de mannen ten dans gevraagd. Wat was dat nou?
De vorige week had ze al na een kwartier op de dansvloer gestaan, de keer daarvoor zelfs na amper vijf minuten. Beide keren was het met een man van zeker zestig, terwijl Mila, toen ze op een ochtend de tweehonderd dollar inschrijfgeld bij het bureau kwam betalen en haar voorkeur mocht opgeven, had laten noteren: Amerikaan, Canadees of Fransman, maar niet ouder dan vijftig.
Mila voelde hoe ineens haar bh begon te knellen; misschien had ze toch een maat groter moeten kopen? En ook het pukkeltje in het transpirerende donker van haar linker dij speelde weer op. Intussen keek ze ogenschijnlijk onaangedaan en zelfs met enige welwillende interesse naar de dansvloer, waar een man met donker krulhaar
| |
| |
van misschien nog geen veertig, helemaal haar smaak, nu al een half uur stond rond te springen met een blonde spriet van hooguit twintig die... De uitsloofster!... Wat moest zo'n knappe vent met zo'n jong ding? Terwijl Mila, een kastanjebruine schoonheid, belezen, onderlegd in zowel de archeologie als in de architectuur, met elf jaar ervaring in de verpleging...
Een paar taboeretjes van haar vandaan zat een opvallend knap meisje met Tartaarse ogen en fragiele schouders stilletjes te roken. Om haar heen hing een superieure vorm van rust. Mila keek haar even aan en kreeg een vreemd, maar bijzonder intens gevoel in haar weke middenrif, en vroeg zich af: waarom kozen ze haar niet? Waarom altijd maar die blondines? Met die prachtige schouders en als zwarte bogen gewelfde wenkbrauwen zag ze eruit als een oosterse prinses!... En Mila bekeek de Tartaarse vanuit haar ooghoeken opnieuw.
Zo snel die middag in de keuken was omgevlogen, zo tergend langzaam kroop deze avond voorbij. Toen Mila na twee uur nog steeds door geen van de mannen ten dans was gevraagd, kocht ze van haar allerlaatste roebels een vierde glas champagne. De drank had niet de minste uitwerking op haar. Ze was al zesmaal naar het toilet gegaan, waar ze tussen de andere muurbloempjes van deze avond met een gevoel van schaamte en enigszins radeloos voor de spiegel had gestaan, iets onzichtbaars verschikkend aan haar gezicht. Wat was er met haar toch aan de hand? Waarom moesten de mannen haar niet? Nee, ze was niet de enige die werd overgeslagen. Dat was misschien een troost. En terwijl ze even later weer op het taboeretje zat, turend naar de meisjes die met hun glimlach ais een antenne de donkere bewegingen op de dansvloer peilden, voelde ze zich ineens smoezelig worden... Zo vies als een hoer op de Nevksi, waarvoor die Asja Nikolajevna haar kennelijk al die tijd had gehouden. Wat was dit nou helemaal? Een ordinaire vleeskeuring, meer niet! Ja, en die kerels...
Om halfelf werden de lichten verder gedempt en schakelde het orkestje over op langzame, romantische nummers. Nu greep de paniek en de wanhoop op de taboeretjes tastbaar om zich heen. Mila werd ineens overmand door het gevoel van de casinobezoeker die na een avond van verlies tot het besef komt dat verder spelen geen enkele zin meer heeft. Er stonden nog twee vrije kerels bij de bar. Ze sloegen elkaar voortdurend lachend op de schouders, en schenen voor de vrouwen die af en toe met een handtasje langs hen heen paradeerden helemaal geen oog te hebben. Eentje die het waagde hen aan te spreken poeierden ze onbeleefd af. Wat voor een armzalige selectie van idioten was dit eigenlijk? Wel tweehonderd dollar incasseren, maar nu... Het waren gewoon monsterlijke kerels...
Juist op het moment dat Mila met knikkende knieën maar vastberaden opstond en dacht: ze kunnen van mij allemaal de builenpest krijgen, ik ga weg en kom nooit meer terug, kruiste haar blik opnieuw die van de vrouw met de Tartaarse ogen die nu zelf ook aanstalten maakte om op te stappen. Ze liepen zwijgend de zaal uit, naar elkaar glimlachend op een enigszins bakvisachtige manier. Toen ze even later onder het witte licht van de kroonluchters in de garderobe stonden, wachtend op een paar wijven die door twee knappe Petersburgse mannen onder een regen van complimentjes in zachtgele nertsen werden geholpen, zei Mila tegen de Tartaarse, bijna fluisterend: ‘Wat een klerezooi, hè. Ik heet Mila, trouwens.’ ‘Ik ben Fatima,’ zei de Tartaarse, en ze voegde eraan toe. ‘Ivanova. Mijn vader was gewoon een Rus.’
Alles aan haar straalde. Haar ogen, haar lippen, zelfs haar caramelblote rug die zo glad leek als fineer. Een man met een champagnefles in zijn armen wankelde, gesteund door een vent met een brilletje, de trap af. Hij riep lallend: ‘Hé schoonheden, gaan jullie nu al weg!?’ en verdween in het toilet, waaruit een andere dronkelap, zijn strikje als een haring bungelend aan zijn open boord, ineens met een lijkbleek gelaat naar buiten schoot.
Op straat was het dampig en koud; over alles lag een witte laag rijp. Mila moest
| |
| |
ondanks haar jas van imitatiebont rillen, in haar dunne jurk, met dat belachelijk kleine vlinderslipje eronder, en die... ‘De Amerikaanse man houdt van...’ God, wat een vuige onzin werd er toch in die klotebladen geschreven! En wat kon het haar verdomme eigenlijk schelen waarvan de Amerikaanse man hield? Zoals ze daar hadden gestaan, gedroegen sommigen zich gewoon als zwijnen.
‘Het is koud,’ verzuchtte Fatima. En terwijl ze met Mila opliep, begon ze te vertellen dat ze afkomstig was uit de Kirgizische hoofdstad Bisjkek, maar al zes jaar in Petersburg werkte; als verkoopster in een winkel voor bladmuziek. Fatima hield even stil om een sigaret op te steken, waarbij haar ogen wegdreven naar de goudverlichte spits van de Admiraliteit, en vroeg aan Mila: ‘Ga je al naar huis? Of kom je nog even wat bij mij drinken? Ik woon hier vlak in de buurt. In de Karavannajastraat.’
‘Dat is goed,’ zei Mila, die voor alle zekerheid de volgende dag had vrijgenomen, want voor ze het wist... Wat een idiote en belachelijke gedachte was dat alles nu opeens! Dat ze er ooit was ingetrapt om zoveel geld aan die oplichters van dat bureau te betalen... Ja, het was gewoon pure oplichterij, en...
De regenplassen op de binnenplaats van de woonkazerne waren met ijsvliesjes zo dun als mica bedekt. Alles kraakte onder je voeten. Mila hoorde de prettig donkere stem naast haar opmerken dat de winter dit jaar goddank laat was. Vond ze ook niet? Ja, beaamde Mila, terwijl ze zich ineens voelde zweten en zweven, alsof de vier glazen champagne nu pas vat kregen op haar gestel dat door de voorbije nachtdiensten volledig was afgemat. Kwam het door de buitenlucht? Door de plotselinge kou? O jee, ze viel bijna...
Maar Fatima schoot toe, en wist haar aan haar schouders en middel op te vangen. Kom hierheen, hierheen... In het trappenhuis was het zo donker als in een kolenkelder. Ze stapten dicht naast elkaar naar boven, waarbij de Tataarse bij iedere trede even in Mila's kokendhete hand kneep, terwijl ze beiden de vieze geur van oude sigaretten opsnoven. Ha, wat grappig - Sesam, open u!
De kamer die Mila toen binnenstapte, lag vol met oosterse tapijten. Op de vloer stonden overal gedroogde bloemen in kleurige vazen. Aan vrijwel elke wand hing een grote spiegel waardoor de ruimte, hoewel niet veel groter dan twintig vierkante meter, immens leek. Fatima wierp haar jas op een beklede stoel en trapte achteloos haar pumps uit. Mila deed hetzelfde. Ze zag haar hoofd tot in het absurde ergens weerkaatst, en voor ze het wisten - althans, voordat Mila het wist - zaten ze met een glas mierzoete sovjetchampagne op de bank; dicht tegen elkaar aan, luisterend naar de oriëntaalse muziek die Fatima had opgezet. Hoe vaak was ze naar zo'n avond, naar zo'n belachelijke vertoning geweest, kon Mila zich op een gegeven moment niet bedwingen te vragen.
‘Twee keer,’ zei Fatima. Ze haalde een klemmetje los en toverde een glanzendzwart gordijn te voorschijn dat tot halverwege haar balletrug viel. ‘Ik had nog wel speciaal...’ en ze vertelde hoe ze de hele stad was afgelopen voor epileerspullen, voor speciaal ondergoed, voor... Mila moest ineens giechelen, terwijl ze hoorde hoe Fatima de glazen opnieuw met champagne volschonk. Ze liet in een flits de mannen van die avond de revue passeren: er was er maar één echt leuke bij geweest, de Amerikaan met die zwarte krullen, maar verder...
‘Wat een stomme kerels!’ riep ze ineens. ‘Ja, stomme kerels!’ resoneerde het ergens boven Mila's hoofd. En toen pas besefte ze dat Fatima half over haar heen lag. Plots voelde ze het gewicht van Fatima's lichaam op dat van haar drukken, het lichaam van een echte, misschien ietwat te mollige Russische schone, met warme botten, een natte tong en kaneelbruine borsten. ‘Stomme kerels...!’ fluisterde ze nogmaals, waarna ze bedwelmd raakte door een roes van gelukzaligheid waarvan ze het bestaan zelfs nooit had vermoed... En toen... Nou ja waarde lezer, en toen...
|
|