Hollands Maandblad. Jaargang 2002 (650-661)

[p. 42]

Jan de Bas

Boer, vanuit de lucht bezien

De boer kijkt naar de lucht,
niet omdat hij een vliegtuig hoorde,
niet omdat hij dacht: ‘Ik zal eens kijken naar de lucht’,
niet omdat hij geloofde in de wederkomst des Heren.

Zijn vader zei: ‘Elke wolk vertelt een verhaal.
Een boer moet luisteren naar
en doen wat hem verteld wordt.
Daarom heeft hij grote oren en zegt een boer niet veel.’

Een boer is een denker,
een boer is een doener,
een boer is een denker en een doener tegelijk
- maar, vanuit de lucht bezien, vooral een boer.

[p. 43]

Wanneer houdt een molen op (een molen te zijn)?

Voor Jona

De molen draait en stopt.
De molenaar probeert voorzichtig met een stok
een wiek te pakken om hem zo
weer aan de praat te krijgen.

Na een paar rondjes staan
de wieken stil. Vier armen
in de lucht die niet goed
weten wat te doen.

De molenaar loopt heen en weer
en stelt zich steeds dezelfde vraag.
De wind blijft liggen,
geeft geen antwoord.