me aan. Dat moest het land voorstellen. Het schaap was zacht roze met hier en daar een paar witte kwijlerige briebels en lellen. Vet dus. Vet is gezond! schreeuwt mijn moeder. Ik keek geschokt naar het bord. Waren dat mijn dijen die ik daar voelde groeien? Exit Shakira, Enter Samira.
Mijn moeder zag mijn gezicht betrekken en keek me minachtend aan. ‘Ben jij nou een vrouw, je ziet er misschien uit als een vrouw, maar dat ben je niet! Je nicht Fatima weet wel raad met dat stuk vlees! Ze had dat schaap zonder kauwen zo doorgeslikt! Mensen in Marokko doen een moord voor wat er op jouw bord ligt. Ik heb een monster op de wereld gezet.’
Ze kermde ze in het Marokkaans terwijl ze haar handen in de lucht gooide. ‘Mensen brengen licht op de wereld en ik niets dan duisternis.’ Die laatste zin is bij ons thuis beroemd en gaat de geschiedenis in omdat ik hem bijna dagelijks hoor. ‘Lewden djiend tfauwt, netsj djiert tedlest’
Toch is mijn moeder echt een engel, met een hart van goud. Alleen kan ze ontzettend overdrijven. De meeste Marokkaanse moeders doen zo tegen hun dochters. Ze bedoelen het altijd goed hoor. Dat weet ik ook wel. Anders had ik mezelf allang opgehangen en een briefje achtergelaten met de boodschap: ‘Niemand houdt van me, ik ben waardeloos.’
‘Weet je dat je tante Hadda me laatst heeft gebeld,’ vertelde ze terwijl ik een hap nam van een aardappel die geel was van de saffraan. Ik wist niet dat tante een telefoon had, antwoordde ik.
‘Je weet dat ik je tante altijd mis. Dus heb ik een mobieltje voor haar gekocht. Zo kan ik af en toe haar stem horen en vragen hoe de zaken ervoor staan op het land. Natuurlijk vraag ik ook altijd naar mijn geitje, dat zij verzorgt nu ik er niet ben.’
Mijn moeder woont nu 22 jaar in Nederland en de vrouw heeft afgelopen zomer in Marokko een geit gekocht. Ze is gek op dieren, dat heeft ze overgehouden aan haar jeugd. Ze werd geboren op een boerderij en daarna ontfermde ze zich over de beesten op de boerderij van mijn vaders familie. Het was een hard leven, maar zingend voerde ze de kippen, molk de koeien en hoedde de schapen. Hier in Nederland krijgt ze tranen in haar ogen als ze pasgeboren lammetjes ziet. Dat doet haar denken aan vroegere idyllische tijden, toen haar ouders nog leefden. Toen zij op blote voeten water ging halen uit de put. Toen zij haar haren droeg in twee lange zwarte vlechten die zij versierde met rinkelende blauwe kralen. Toen zij als klein meisje de verantwoordelijkheid had over meer dan vijftig schapen en erop moest toezien dat ze na het grazen stuk voor stuk weer terug naar huis zouden keren. In de lente kreeg mijn moeder het druk, want dan werden de lammetjes geboren. Mijn moeder had dan altijd een grote omslagdoek op haar rug. Hierin droeg zij de warme blatende viervoetertjes omdat ze te zwak waren om te lopen. Nu het lente is in Nederland, wil ze veel vaker wandelen: lammetjes kijken.
Ze belt dus wekelijks naar Marokko, voornamelijk om te informeren naar haar geit. En nu vertelde ze glunderend van trots dat het beest een tweeling heeft gekregen. Ze heeft nu maar liefst drie geiten! ‘Samira, dochter van me, aan het eind van deze zomer gaan we boerend van de geitenmelk terug naar Nederland, insj'Allah!’
Verse eieren zullen we ook te eten krijgen bij het ontbijt, want ze vertelde dat ze een andere tante drie kippen heeft laten kopen. Het kan niet op, dacht ik. Dit feest gaat maar door. We begonnen spontaan allebei in onze handen te klappen. We stonden nog nét niet op om te dansen. Ik was trots op mijn moeder en we straalden allebei bij de gedachte dat we deze zomer, als al mijn vriendinnen aan het strand liggen te bakken en de discotheken van Casablanca onveilig maken, wij in het Rifgebergte voorzien zijn van een kopje verse geitenmelk bij de koffie en een gekookt ei van onze eigen kip. Da's pas genieten van het leven! Dit meen ik uit de grond van mijn hart.