Een Tsjechisch fabeltje
door Geert van der Kolk
We zagen het aankomen. Ze at niet meer, ze zat de hele dag stil onder het afdak van de stal, haar kam en haar krop waren vaal en bleek geworden en 's avonds klom ze niet meer op stok. We droegen haar naar een legkast en gaven haar wat extra hooi. Daar is ze 's nachts gestorven, alleen, maar niet zonder waardigheid.
De volgende dag was een zaterdag, en elke zaterdag kwamen de Zbirovski's, onze huisbazen, op bezoek. We liepen mee naar het kippenhok en vertelden wat er gebeurd was.
‘Dat geeft niet,’ zei mevrouw Zbirovski snel en ze pakte de dode kip bij haar poten. ‘Dat doe ik wel even.’
Ze marcheerde het erf af, door de wagenpoort en langs de houtstapel en gooide de kip met een grote zwaai in de brandnetels bij de beek.
‘Krijgen jullie nu nog wel genoeg eieren?’ vroeg ze toen ze terugkwam.
‘Eigenlijk niet,’ zeiden wij. ‘Deze oude legde niet meer, en de andere zijn ook niet zo productief.’
‘Ze zijn allemaal oud,’ zei mevrouw Zbirovski. ‘Wij zullen voor nieuwe kippen zorgen.’
Een week later, weer op zaterdag, kwam meneer Zbirovski het erf op met een grote witte voederzak over zijn schouder.
‘Kippen,’ snauwde hij. Hij was aan het begin van de dag, vóór het eerste glas bier of wodka, erg kortaf. Hij liep naar de schuur en keerde de zak om. Tien witte kippen ketsten op de vloer. Sommige sprongen op, maar de meeste bleven beduusd liggen en vouwden voorzichtig hun poten en vleugels uit. Ze hadden in de zak lelijk klem gezeten.
‘Wel verdomme!’ gromde Zbirovski en hij schudde de zak op en neer tot er een grote donkerbruine haan zonder staart uitviel.
‘Ze zijn nu nog niet zo mooi,’ zei Zbirovski, ‘maar dat trekt met een paar weken bij.’
De kippen zagen er vreselijk uit. Hun nekken en ruggen waren kaal en rood, hun poten verwrongen en al hun tenen krom. Hun achterwerken, die bedekt hoorden te zijn met zacht, spierwit dons, waren niet alleen kaal, maar ook ontstoken, vuurrood en opgezwollen. Ze kwamen uit een legbatterij. Zbirovski zei dat hij dertig kronen per kip had betaald, en vijfendertig voor de haan, maar het is waarschijnlijker dat hij ze uit een collectieve boerderij heeft bevrijd. In Tsjechië wordt veel aan bevrijding gedaan. Zbirovski's zwager bevrijdde regelmatig timmerhout, dakpannen en raamkozijnen uit het bouwbedrijf waar hij werkte. Onze schuur stond er vol mee.
De kippen waren een jaar oud. Ze hadden een jaar lang in een ijzeren kooi geleefd die zo klein was dat ze niet konden opstaan, laat staan lopen. Ze hadden hun eigen stront gegeten, aangelengd met hormonen en steroïden. Het licht ging nooit uit, het was altijd High Noon, en ze waren allemaal krankzinnig en agressief geworden. Ze pikten hun buurvrouw aan de linkerkant in de nek terwijl hun buurvrouw aan de rechterkant hun veren uit hun rug trok.
En ze hadden eieren gelegd, als gekken, en daar gingen ze toen ze bij ons kwamen mee door. Ze konden nauwelijks lopen, ze vielen telkens om of zakten na drie stappen in elkaar, maar ze bleven eieren leggen, lukraak op de stenen vloer, grote witte eieren met bleke dooiers.