beren juridische bewijzen te verzamelen voor het tribunaal in Den Haag. Hoewel hun dossiers over verdrijvingen en moorden erg genoeg zijn, hoort de pers volgens de London Review liever horror (‘zwangere Albanese vrouwen wordt de buik opengesneden en de foetussen op palen gespietst’; ook te lezen in de Volkskrant, die trouwens - na een aarzelend begin - de beste Kosovo-berichtgeving in Nederland verzorgde).
Het Kosovo-drama is een ‘yuppie-oorlog’ genoemd omdat het Westen geen lijkenzakken wil aan eigen zijde. Het is waar dat voor het eerst in een groot internationaal conflict babyboomers de hoofdrol spelen. President Clinton, premier Blair, kanselier Schröder, generaal Clark, maar ook minister Frank de Grave, minister Van Aartsen, alsmede fractieleiders Ad Melkert, Thom de Graaf en Paul Rosenmöller, het is alleszins de oorlog van hun generatie. Men kan filosoferen over het feit dat het gaat om een generatie die ongeduldig is, die vaak snel z'n zin heeft gekregen, die niet veel op heeft met historische kennis, die gewend is problemen op een technocratische wijze op te lossen, en die door een kosmopolitische oriëntatie weinig gevoel heeft voor de kracht van nationalistische sentimenten. Men kan ook filosoferen over het opmerkelijke gegeven dat onder Nederlandse opiniemakers ouderen als Marcel van Dam en H.J.A. Hofland zich nadrukkelijk keerden tegen de navo-aanpak, maar enkele prominente babyboomers en voormalige cpn-leden zich bijzonder tot tamelijk krachtig vóór de bombardementen hebben uitgesproken.
Ik bedoel hier vooral Anet Bleich (1951, partijlid in de jaren zeventig; thans redactrice van de Volkskrant); Arnold Koper (1952; cpn-lid van 1973 tot 1985; thans chef opiniepagina van de Volkskrant), Elsbeth Etty (1951; partijlid en redacteur van De Waarheid van 1972 tot 1983; thans redactrice en columniste van NRC Handelsblad). Let wel, het is niet opvallend dat elk van hen tot de slotsom komt dat de oorlog juist en gerechtvaardigd is (een mening zo respectabel als iedere andere), maar het is wel opvallend dat zij als vertegenwoordigers van een voormalig linkse generatie alle drie deze opvatting huldigen. Het doet denken aan de houding van een deel van de New York Intellectuals (de Amerikaanse ‘Old Left’) in het begin van de Vietnam-oorlog. Bladen als Commentary en Encounter (maar niet het verwante Dissent) steunden tot ongeveer 1965 de Amerikaanse interventie van harte. De voormalige radicalen in deze bladen betoogden dat een oorlog die gevoerd werd om ‘vrijheid en democratie’ (en dan nog wel door een jonge, idealistische president) gerechtvaardigd en juist was - en zij onderstreepten met die mening tegelijkertijd hun nieuw verworven positie en aanzien in het establishment.
De oorlog in Kosovo zal ooit eindigen, en is wellicht reeds tot een soort einde gekomen als deze Hollands Maandblad in druk verschijnt. Zeker is evenwel dat de gevolgen van de nonchalance en de achteloosheid nimmer meer kunnen worden uitgewist; niet in Kosovo en Joegoslavië, en evenmin in de westerse alliantie. ‘Wellicht is de navo wat naïef geweest,’ stamelde minister van Defensie De Grave, ongeveer een week na aanvang van de oorlog. Dat is te vriendelijk uitgedrukt. Als er ooit één oorlog is uitgebroken door stupide en onnozele misrekeningen, dan is het deze wel, schreef Tim Judah in de New York Review of Books wan 10 juni, en dat lijkt me accurater gesteld. De werkelijkheid is dat wij een oorlog met de laatste dictator in Europa binnen struikelden zonder dat de politiek verantwoordelijken - en onder hen de Nederlandse politiek verantwoordelijken - van tevoren een reëel beeld hadden van mogelijkheden, gevaren en consequenties.
Is deze kritiek te gemakkelijk? Zou het zo zijn dat er om de Kosovaren te helpen en de criminele despoot Milosevic in te tomen geen alternatief was voor oorlog? Misschien, maar de architecten van dit debacle kunnen zich niet op deze tegenwerping beroepen. Het gaat erom dat het Westen gefaald heeft om de Kosovaren te beschermen, de regio te stabiliseren en de eigen politieke doeleinden te bereiken, en zij heeft gefaald door nonchalance en achteloosheid.
Natuurlijk is de navo niet ‘de schuld’ van de ellende in Kosovo. Dit is geen ‘slechte oorlog’ gericht op verovering of vernietiging. Maar het is ook geen ‘goede oorlog’ gericht op daadwerkelijke bevrijding van bezette soevereine landen. Het is bovenal een stupide oorlog, die gevoerd wordt door mensen die niet capabel genoeg waren hem te vermijden, en die als voornaamste doel kreeg de rotzooi op te ruimen die de oorlog zelf veroorzaakte. Dit is kortom de oorlog van het nachtmerrie-scenario - nu ja, het scenario is voor ons, en de nachtmerrie is voor de Kosovaren.