[614]
Deze maand
Januari is een slagveld. Overal liggen de goede voornemens geknakt in de modder. Zo kort geleden nog stuurden wij ze naar het front, bewapend slechts met valse hoop en zelfbedrog, en in het nieuwe jaar zijn zij reeds lang vergeten. Gelukkig maar, want hun botsing met de werkelijkheid is geen opwekkend gezicht. Doch januari is nu eenmaal de maand van verzoening met de eindeloze terugtocht die leven heet. Dit is de tijd om opnieuw te ontdekken dat het verleden een tragedie is die men beter kan overslaan, en de toekomst een farce die men beter kan ontlopen.
Januari is kortom de maand om je nergens druk over te maken, behalve over interessante kwesties. In dit Hollands Maandblad wijden wij dan ook geen woord aan het recente eindrapport van de Visitatiecommissie Letteren waarmee de Nederlandse universiteiten werden verblijd. Meer dan zeshonderd pagina's telt het rapport; in totaal werden 167 opleidingen en 155 onderzoeksprogramma's onder de loep genomen. Het was slim om dit rapport - dat vier miljoen gulden kostte - aan het einde van het jaar uit te brengen, want daarmee was het direct al oud nieuws.
Neen, in dit Hollands Maandblad vindt u geen letter over dit tijdsdocument. Wij houden onze lippen op elkander over het feit dat het beoordelingspanel bij archeologie uit slechts vier personen bestond, van wie twee het Nederlands niet beheersten, en één student was. Omdat er geen tijd was alle papieren te vertalen, werd de beoordeling van het totale onderwijsaanbod van dit vakgebied uitgevoerd door deze student en een Nederlandse hoogleraar. Grappig dat de best beoordeelde opleiding die der Vrije Universiteit was, waar de student zelf studeerde.
Geen zinsnede zullen wij hier wijden aan het feit dat van de dertien ‘vakpanels’ - die elk geheel eigen criteria hanteerden - vele klaagden over onvolledige informatie, zoals ‘incomplete’ publicatielijsten, of artikelen die slechts bestonden uit een titel en een inhoudsopgave. Zo kon het wellicht komen dat vrijwel al het onderzoek van ‘redelijke’ tot ‘goede’ kwaliteit bleek. En dat de kleine Letterenfaculteit aan de VU meer goede opleidingen blijkt te hebben dan de faculteiten van Leiden, Utrecht en Amsterdam tezamen. En dat de Letterenfaculteiten van Rotterdam, Tilburg en Maastricht bijzonder goed beoordeeld worden, ook al bezitten ze slechts één of twee echte Letterenstudies. En zo kon het wellicht ook komen dat de allerbeste Letterenopleiding volgens de Visitatiecommissie die van de voormalige Technische Hogeschool Twente is, met een 8 als gemiddeld rapportcijfer.
Hierover valt in dit Hollands Maandblad dus geen iota te lezen. Ook niet over het feit dat de gemiddelde Nederlandse Letterenstudent slechts 22,5 uur per week hoeft te steken in z'n studie om het moordende tempo bij te houden van al die centres of excellence. Dat nauwelijks de helft van alle eerstejaars Letterenstudenten de eindstreep haalt, wist u reeds, en daarom zwijgen wij over dit alles als het graf.
Ook deze maand wil Hollands Maandblad zich uitsluitend bezighouden met interessante kwesties. Daarom ontrafelt Thomas Bersee in dit nummer de pijnlijke en paradoxale relaties tussen zwarte Amerikanen en zwarte Afrikanen, verricht Joost Zwagerman een post-mortem op de recensies inzake Robert Ankers Vrouwenzand, bericht Max Pam over het tijdloze getob van de letterknecht, en ziet Willem Wansink een adelaar landen in de nieuwe hoofdstad van Europa. Bovendien is er poëzie van Maarten Doorman en Julien Holtrigter, alsmede verhalen over kwesties van leven en dood door René Hesselink en Jan Wijnen. Genoeg, menen wij, om uw visitatie met vertrouwen af te wachten. - bb