[613]
Deze maand
In familie en vriendenkring valt het vaak pas op hoe weinig wij van onze naasten weten als zij gestorven zijn. Zolang zij leven leidt hun tegenwoordigheid de aandacht af van hun verleden. Als het graf zich boven hen gesloten heeft stellen wij ons de hele lengte van hun levensduur voor, en lijkt het onnozel dat wij ze meenden te kennen omdat hun gezicht en hun stem ons vertrouwd waren en wij er een paar data en enkele herinneringen bij konden geven.
Soms laat een nabestaande het er niet bij zitten en wordt biograaf, of ten minste amateur huisbiograaf. Brieven, dagboeken, foto's, verhalen van vrienden en bekenden, een toegewijde onderzoeker kan een massa gegevens en karakteristieken van een leven redden uit de vergetelheid. Zelden zal het bepaald onthullend zijn. Onze gestorven naasten hadden het net zo min als wij makkelijk met aannemelijk maken wat zij beleefden; zij vergaten nogal eens iets en merkten van sommige ondervindingen niet hoe veelbetekenend ze waren; bovendien waren zij onwillig om alles te vertellen, zij hielden intimiteiten vaak ook voor zichzelf verborgen.
De enkele keer dat iemand zichzelf handelend en voelend zo heeft: weten te beschrijven dat het de verloren werkelijkheid van de lezer zelf zou kunnen zijn is het bijna niet te geloven. Wie zou Ilse Wentholts brieven van 1947 aan haar ouders bedacht hebben, is de vraag die opkomt na de eerste kennismaking. Zo trefzeker en onbevangen kan toch geen Nederlandse vrouw van even in de twintig, zelfs al had zij een Indische achtergrond, over haar gevoelsleven bericht hebben, en dan nog wel aan haar familie?
Maar zij heeft ze zo geschreven, er is alleen met haar instemming vijftig jaar later door haar broer uit weggehaald wat niet ter zake was voor haar liefdesgeschiedenis en haar beeld van Makassar. Ook het slot is authentiek, het bewijs dat de werkelijkheid een enkele keer vanzelf de vorm kan aannemen van een afgerond verhaal met een verrassing aan het slot. En waar zijn de latere werken van Ilse Wentholt? Er zijn er geen bekend. Bij gebrek aan verder materiaal kunnen wij ons het best voorstellen dat het verhaal van Ilse en Westerling te danken is aan een onherhaalbare samenloop van karakter en omstandigheden. Het is het soort getuigenis geworden dat iedere onderzoeker in de papieren van zijn naasten zou willen aantreffen.
Verder is dit een gedenkwaardig nummer omdat er een nieuwe rubriek in verschijnt. Nog voordat het zich hersteld heeft als hoofdstad van Duitsland begint Berlijn de allures aan te nemen van culturele hoofdstad van Europa. Niet dat er meer begaafdheid en intelligentie geconcentreerd is dan in andere hoofdsteden. Het voordeel van Berlijn is dat het aan een volgend hoofdstuk van zijn geschiedenis begint als middelpunt tussen het westen van Europa en het oosten dat Europeser gaat worden, en tegelijk tussen Duitslands eigen oosten en westen, met een benijdenswaardige hoeveelheid conflictstof en onrustige verhoudingen. Daarom nu een vaste rubriek uit Berlijn, zodat wij de vinger aan de pols van Europa kunnen houden.
Intussen was het laatste woord nog niet geschreven over de bijdrage van Dirk Horringa aan ons augustus/septembernummer. ‘Waarom Nederland bankroet gaat’ was volgens enige gezaghebbende kenners van economische zaken niet een juist antwoord op een goed gestelde vraag. Drie van hen geven aan wat ertegen in te brengen is.
We openen met een verhaal van Martin Bril en hebben zelfs gedichten van Janine Ensslin, Sjef Welling en Paul Gellings. Het is een volle maand geworden; lang niet alles wat voor dit nummer bestemd was kon erbij. De rest komt volgende keer. - jjp