Waar De Groene Amsterdammer meteen reageerde, zij het met dat akelig kleine stukje, daar kwam de Volkskrant een maand later in het geweer. Even meende ik zelfs, dat de redactionele aanpak van de ruggegraat het zou houden bij het in de rubriek ISBN weggefrommelde berichtje: ‘Ronald Giphart, geliefd bij de jeugd, laat in Phileine zegt sorry zijn hoofdpersoon haar vriend in Manhattan opzoeken, waar zij verzeild raakt tussen jonge acteurs die Romeo and Juliet willen spelen om “de westerse seksuele moraal aan de kaak te stellen”.’ Ik las enige boosaardigheid in deze regels, vooral door de aanhalingstekens die het cliché zo dodelijk uitvergrootten. Mijn verwachting dat het hierbij zou blijven werd een paar weken later geloochenstraft door een recensie van Arjan Peters, met de licht onheilspellende ondertitel Ronald Gipharts onverfijnde kijk op de mens.
Arjan Peters heeft voor deze recensie een maand lang zijn pen gescherpt. Hij is boos, zo blijkt gaandeweg, en niet zo'n beetje ook. Uiterst luchtig echter fileert hij Gipharts angst voor intellectualisme, diens kennelijk onhandige stijl en vooral het kokette cynisme van het boek. Hoofdpersoon Phileine, zo besluit hij, komt op het einde ‘met haar snotterige oproep “om meer aandacht voor elkaar”. Pas dán zet de lezer, die zich al geen moment aangesproken voelde, het op een honend gieren.’
Het oordeel van de Volkskrant verschilde op zijn zachtst gezegd van dat van NRC Handelsblad. Deze krant reageerde onmiddellijk op het verschijnen van Gipharts roman, en wel met een pagina-grote opening, met foto en illustratie, een eer die het werk van Mulisch en Hermans slechts zelden ten deel viel. Een trommelvuur van humor heette de bijdrage van Hans Goedkoop. De lead begon zo: ‘Tot nu toe bepleitte de auteur Ronald Giphart, geliefd bij vooral jonge lezers, gehaat door vooral oudere recensenten, plezier in het leven als het hoogste goed. In zijn nieuwe roman Phileine zegt sorry duikt naast de roes ineens het echte leven op, met onthutsend resultaat.’
Goedkoop gaat in zijn stuk uitvoerig in op de leukigheid van Giphart, en of dat mag. Hij kiest, met redactie en al, voor de jeugd, voor de toekomst: Giphart, zo schrijft hij, ‘is een verfrissende verschijning in ons wat zwaarbebrilde literaire leven’. Het zal duidelijk zijn dat Goedkoop geen oudere recensent is! En daar is hij natuurlijk ook niet voor aangenomen. Zijn taak is het, aansluiting te vinden bij de jongeren, die zo weinig lezen omdat al die oude schrijvers zulke zware brillen dragen. Nee, dan het lichte brilletje van Giphart! En van Joost Zwagerman! En van Arnon Grunberg! Van Erkelens moet het zelf maar weten als hij niet ook zo'n brilletje neemt. Hij is bezig de boot te missen.
‘Die pret’, zo meent Hans Goedkoop, ‘daar moet iets onder zitten, iets heel anders.’ De recensent begint te speuren, en na enig zoeken vindt hij wat er onder zit. Het is ‘een afgrond van zinloosheid’. Inderdaad iets heel anders dan pret. Goedkoop ontdekt met behulp van Giphart dat de wereld een schouwtoneel is, dat de wereld helemaal niet leuk is en dat jongeren ondanks dat of juist daarom zoveel mogelijk pret willen hebben. Laten we dus niet meer denken dat deze roman oppervlakkig is, al mag Giphart in een volgend boek van de recensent niet meer ‘ontsnappen aan de eisen van de kunst’.
Die verholen kritiek wordt gedeeld door Jessica Durlacher, de jongere van Vrij Nederland zal ik maar zeggen, die doodmoe wordt van de ironische woordspelingen en cynismen. Aan Vrij Nederland, dat ook al niet opent met Giphart, is de door Goedkoop gesignaleerde diepgang kennelijk geheel voorbij gegaan.
Inmiddels vlogen de Gipharts over de toonbank en dat zat De Groene Amsterdammer toch niet lekker. Een week na de late Volkskrant-recensie viel De Groene in de bus. ronald giphart - de zege van een rasopportunist riep het omslag. Drie pagina's lang zette Joost Niemöller Van Erkelens aanval voort omdat dit ‘van belang voor de Nederlandse literatuurgeschiedenis is’. Het was geen recensie, dus ik hoef er gelukkig verder niets over te zeggen. Wellicht zijn rancune en ressentiment helemaal niet zo eenvoudig in een recensie te veredelen en te sublimeren. Die ventileer je makkelijker in een cover story.
naschrift: Wat bleek bij het ter perse gaan van dit nummer? De redactie van de Volkskrant kwam onder de indruk van Gipharts succes en wilde de jongerenboot liever toch niet missen. Op 3 januari opende het boekenkatern Cicero alsnog met een paginagroot interview, waarin Aleid Truijens de schrijver uit laat leggen dat humor een ernstige zaak is.