[590]
Deze maand
Dit is de maand waarin de goede voornemens nog net niet zijn vervluchtigd, waarin alle plechtige beloftes van toewijding, besluitvaardigheid en intellectuele onverschrokkenheid nog even vaag na-ijlen in het achterhoofd.
Dit is ook de maand waarin onherroepelijk blijkt dat de werkelijkheid even onverteerbaar is als in het voorafgaande jaar (en het jaar daarvoor), en het menselijk tekort bijna tastbaar in de vrieskou hangt. Dit is bovenal de maand waarin de loop der dingen zijn overmacht schijnt te tonen over welke wensdroom of welke streving dan ook.
‘Wie bedoelingen met de geschiedenis heeft,’ schreef Cees Nooteboom meer dan tien jaar geleden, ‘komt altijd bedrogen uit.’ Inmiddels zijn de illusies alleen maar verder afgekalfd. Het einde der geschiedenis kwam niet met het vallen van de Muur, maar beving ons sluipenderwijs als een besmettelijke ziekte. Nu Tweede-Kamerleden oprecht menen dat Willem van Oranje in de zeventiende eeuw bij Dokkum werd vermoord, rest er geen enkele reden meer je aan iets anders vast te klampen dan de afstandsbediening van de televisie. - De geoefende kijker had zich trouwens allang neergelegd bij de futiliteit van het verlangen bedoelingen te hebben.
Voor lezers ligt dat wellicht anders. Soms althans. Hun horizon is niet gebonden aan een kabelverbinding, hun geestesoog is niet afhankelijk van de tekortkomingen van anderen. Er is niets dat hen belemmert, behalve hun eigen smaak - of het gebrek daaraan. Hun wereld is nog maakbaar, in tegenstelling tot de echte wereld van radio en televisie.
Wij leven in een wereld van intellectuele inflatie, en of dat erg is valt niet te zeggen. De dingen hebben hun beloop en menigeen verheugt zich daarin. Al pretenderen wij anders, onze eigenlijke preoccupaties beginnen en eindigen bij Sport 7 en de Elfstedentocht. Wij noemen onszelf realisten - of anders wel post-modernisten - maar soms lijkt het veeleer alsof wij niets meer zijn dan post-utopisten. Hier staan wij, uitgebluste kruideniers die weinig meer kunnen wegen dan onze eigen kleine voorspoed - per ons en in niet te dikke plakken.
Het is geen wonder dat onze cultuur lijdt aan een zeurend onbehagen, een vage kiespijn achter in de mond vol culturele clichés.
Dat goede bedoelingen zijn uitgestorven, komt wellicht omdat zij elkaar te vaak hebben verstikt. Hun déconfiture blijkt in dit Hollands Maandblad in de bijdrage van Thomas Bersee. Hij beschrijft hoe een eeuw sociologisch onderzoek naar het stadsgetto - de zere plek van onze samenleving - het getto zelf nooit iets anders te bieden had dan nutteloze goede bedoelingen. Thans hebben de sociologen de hoop opgegeven, en mijmeren zij nog slechts over hun eigen onvermogen.
Dat geeft te denken, zeker in het licht van de geschiedenis die Max Pam in dit Hollands Maandblad vertelt over zijn grootvader. Mozes Pam en zijn kameraden streden voor rechtvaardigheid en daarbij streefden zij niet alleen naar ordening van de werkelijkheid, maar ook naar verheffing van de geest door muziek, schilderkunst en literatuur. Zij geloofden in hun goede bedoelingen met een vitaliteit die onze tijd zo node mist. Wie dit gemis niet gedwee wil aanvaarden, kan ook elders in dit nummer terecht - onder meer bij poëzie van Elisabeth Eybers en Gerry van der Linden, bij proza van Arjaan van Nimwegen en in het algemeen bij de strijd tegen de onverschilligheid die Hollands Maandblad elke maand opnieuw wil voeren. - de redactie