Nogmaals Plato
door Mario Molegraaf
Help, onze samenvattingen kloppen niet meer en onze syllabi zijn achterhaald! Dat heeft men waarschijnlijk aan de universiteiten van Leuven en Maastricht geroepen toen men de nieuwe versie van Plato's proza onder ogen kreeg die in Kloetinge wordt gemaakt. Merkwaardig genoeg moeten nu niet de achterhaalde samenvattingen en syllabi eraan geloven, maar wordt de vertaling gehekeld waaraan Hans Warren en ik met uiterste zorg werken.
Eerst was daar hoogleraar Carlos Steel in het Leuvense Tijdschrift voor Filosofie. In zijn beschouwing worden citaten uit onze editie naast die van Xaveer de Win gelegd. Waar de versies op elkaar lijken, roept Steel: zie je wel, Warren en Molegraaf hebben afgekeken! Als de vertalingen verschillen, roept hij even hard: zie je wel, ze hebben het fout! Steel ontpopte zich als een sluwe jurist: dat ene woord ‘plagiaat’, waar hij voor aangeklaagd had kunnen worden, vermeed hij angstvallig. Aan de andere kant moet hij een filosoof van niks wezen: het bleek dat hij geen seconde na had gedacht over de methode van zijn onderzoek.
Welnu, met de Steel-methode kun je moeiteloos bewijzen dat iedere willekeurige vertaling van een andere willekeurige vertaling is gestolen. Hans Warren en ik voelden ons door deze verdachtmakingen dan ook niet aangesproken. En onze collega Gerard Koolschijn hoefde evenmin wakker te liggen van de dreigende woorden in hetzelfde artikel: ‘die vertaling is wel niet altijd betrouwbaar (...) ook hier echter blijkt de afhankelijkheid van De Win, maar dat is een ander verhaal.’
Steel legde het er allemaal zo dik bovenop dat het voor iedere lezer duidelijk moet zijn geweest: een geval van honderd procent gif en nul procent argument. De reusachtige denker uit de Kaboutermanstraat eindigde zelfs met een oproep om de subsidie die mij door de Vlaamse Gemeenschap, na het inwinnen van deskundig advies, is toegekend af te pakken. Uiteraard hebben wij niet gereageerd op geschrijf van dergelijk allooi. Dat ligt anders met een nieuwe aanval die wij te verduren kregen: de beschouwing ‘Plato in de Lage Landen’ door Maria Kardaun uit Maastricht - net als ik van die onvolprezen jaargang 1960 - die in Hollands Maandblad (oktober 1996) te lezen was. Hier komt een opponent aan het woord die wél een repliek waard is. Ze zegt enkele dingen die in elk geval serieuze overweging verdienen.
Toch moet ik op een paar pijnlijke plekken in haar betoog wijzen. Ook zij veronderstelt dat we ons te veel door De Win hebben laten leiden. Ze heeft liefst 1 (zegge: één) voorbeeld gevonden. Waar De Win ‘de rechtvaardigheid’ heeft, vertalen wij óók met ‘de rechtvaardigheid’. Zelfs dit ene bewijs blijkt bij nadere beschouwing niets te bewijzen. De hele passage luidt bij De Win: ‘Wel, Socrates, kijk. Godvruchtig en vroom lijkt me dát deel van de rechtvaardigheid, dat de zorg voor de goden betreft. Het overige deel van de rechtvaardigheid is dat wat betrekking heeft op de zorg voor de mensen.’
Wij vertaalden: ‘Volgens mij zit het zo, Sokrates: de godsvrucht en het goede zijn het deel van de rechtvaardigheid dat op zorg voor de goden betrekking heeft, het resterende deel heeft betrekking op zorg voor de mensen.’
Dat De Win hier ineens met ‘de rechtvaardigheid’ vertaalt, is een slordigheid van zijn kant. Maar wíj wisselden ‘het rechtvaardige’ en ‘de rechtvaardigheid’ welbewust af, zoals Maria Kardaun toch op had moeten vallen. We hebben daar verschillende vertaaltechnische redenen voor. Omdat mijn stukje anders vervelend dreigt te worden, zal ik me tot één argument beperken.
In Euthyfron (12 d-e) schrijft Plato meestal ‘meros tou dikaiou’ (deel van het rechtvaardige). Eén keer zegt hij het anders, namelijk ‘morion tou dikaiou’. Zoals gebruikelijk dendert de sneltrein van De Win aan zulke details voorbij, maar wij vonden dat we ons boemeltje even moesten laten stoppen. Even eerder hadden we - waar Plato óók ‘morion’ gebruikt - ‘een soort vrees’. Omdat ‘een soort rechtvaardige’ nu eenmaal niet kán, kwamen we op dat spoor van ‘een soort rechtvaardigheid’ dat we weer niet meteen konden verlaten. Elke overeenkomst met De Win berust op toeval.