De nakomer komt te vroeg
door Jaap van Heerden
Afgaande op de elf recensies, die ik onder ogen kreeg, is de nieuwste roman van Maarten 't Hart,
De nakomer, niet goed ontvangen. Is het daarom een slecht boek? Dat weet ik niet, want ik heb mij terwille van deze rubriek beperkt tot de kritiek en het boek zelf nog niet gelezen. Ik kan daardoor ook de vraag niet beantwoorden of de critici hun werk goed gedaan hebben, want daarvoor ontbreekt de onmisbare kennisname van het boek als ijkpunt. Uit deze elf recensies kan ik alleen afleiden hoe onze literaire critici te werk gaan, hoe ze argumenten leveren voor hun oordeel en vooral
ook hoe zij hun stuk opvullen met allerlei bijkomstige ideeën tot het de vereiste omvang heeft.
Het vermoeden, dat de boekbesprekers zich massaal kunnen vergissen, heeft iedereen wel eens bevestigd gezien. Zelf vond ik bijvoorbeeld De ongeschreven leer van Geerten Meijsing, dat vorig jaar verscheen, een fascinerend boek, maar geen enkele criticus gaf mij daarin gelijk. Als je verheugd naar huis fietst in de gedachte weer verder te kunnen lezen in Geerten Meijsing, heb je te maken met een bijzonder boek. De vrijwillige terugkeer tot het boek is de beste norm. De roman van Geerten Meijsing werd indertijd zeer slecht ontvangen. Zo beroerd is het Maarten 't Hart niet vergaan, want al zijn de kritieken, op één uitzondering na, niet lovend, ze zijn ten minste gereserveerd, in een mengsel van waardering en afwijzing. Er valt in Maarten nog veel te prijzen. Ik denk dat je als auteur beter een zeer slechte kritiek kunt krijgen dan een kritiek waarin staat dat je boek net niet goed genoeg is om goed te zijn. Wie je met de nodige hartstocht bestrijdt, schrijft door de opgetaste weerzin vaak ook een beter stuk dan degene die meestal uitsluitend terwille van zijn reputatie als criticus nog een kritische noot wil plaatsen. Een volstrekt afwijzende kritiek valt bovendien beter te bestrijden dan een kritiek waarin staat dat je prestatie wel aardig maar niet volmaakt was.
Over de nodige aandacht zal Maarten 't Hart niet kunnen klagen. Zijn boek werd direct en prominent besproken. Meestal vergezeld van een grote foto. Die foto's zijn interessant, want ze laten Maarten zien aan de kant van een sloot, geleund tegen een boom of een tuinmuur, werkend op het land met een spade of turend in de verte. De auteur is een buitenmens. Alle kritieken zijn het erover eens dat hij over de natuur prachtig kan schrijven.
Laat ik beginnen met de meest lovende kritiek. Die is van Theodor Holman in Het Parool, toevallig ook de eerste kritiek die ik las. Holman bespreekt het boek zoals ik als ongeoefend literair criticus een boek zou bespreken, namelijk vooral als beschrijving hoe het met de recensent gaat. Holman kan het lezen, het voorlezen en het herlezen niet laten. Hij draagt het boek overal met zich mee. Hij maakt anderen deelgenoot van zijn enthousiasme: ‘Ik vertelde over het verhaal aan mijn terrasgenoten en eenmaal thuis las ik nog een stukje.’ Ik denk dat ze op de Faculteit der Letteren, waar je natuurlijk les krijgt in het schrijven van recensies, al deze zinnetjes van hoe het met de recensent gaat zouden hebben geschrapt.
Maar mij beviel het wel. Zelfs de idiote opmerking ‘Hoe het boek eindigt, vertel ik niet. Hoeft ook niet’, nam ik voor lief, hoewel ik het doorgaans raar vind om te vertellen wat je niet wilt vertellen. Het is de eerbied voor de afloop. Ik ben nog nooit een recensent tegengekomen, die zegt dat hij niet zal vertellen hoe het boek begint (Hoeft ook niet). In de kritiek is het begin vogelvrij en de afloop beschermd. Ik zal u vertellen hoe de recensie van Holman eindigt: ‘Nee, het is een boek van deze tijd en flitsend.’ Flitsend is waarschijnlijk een woord van deze tijd en kennelijk een literaire norm. Homerus, dat is pas flitsend. En Thomas Mann? In Vrij Nederland eindigt Jeroen Vullings zijn recensie met de woorden: ‘Wat bedoeld is als van deze tijd en flitsend, is in De nakomer toch vooral pijnlijk.’ Zoals u ziet ben ik niet de enige, die recensies bespreekt. We zijn hier getuige van een echte discussie, of het boek flitsend en van deze tijd genoemd mag worden.