Hollands Maandblad. Jaargang 1995 (566-577)(1995)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Jos Versteegen Opdracht Een plastic tas vol warm, welriekend leven, zo vers en toch zo rijp en uitgegist, droeg ik vanochtend door de najaarsmist. De zon kwam op om dertien over zeven. Ik joeg mijn zilver door je blonde huid, doorsneed je fijne, soepele textuur terwijl het nieuws weerklonk - het was acht uur, er werd verkracht, geroofd, gemoord, gemuit. Het delicaatste vlees, geheel vetvrij, drapeerde ik op 't teer, beboterd wit. Ik sloeg je dicht, ontblootte mijn gebit en hapte toe. Zwijgend versmolten wij. Voor u schrijf ik de heerlijkste sonnetten, ontbijtvrienden, broskorstige kadetten. [pagina 12] [p. 12] Geen opdracht Een haiku voor een kleine rijstetaart, een vlot rondeel voor een gesneden koek of droge versjes voor wat knäckebröd - zijn dichtkunst is het waard. Een bitter lied voor een zuurdesembrood, een wreed sonnetje voor een tijgerpunt, een speels kwatrijn voor een casinowit - want anders gaat hij dood. Een zoete ode voor 'n stol met spijs, een rijm in dialect voor 'n krentenmik, een korte treurzang voor een halfje bruin - is dat nou aan de prijs? De versifex oogt uitgeteerd en krank. Hij heeft alleen gedichten op de plank. Vorige Volgende