Hollands Maandblad. Jaargang 1995 (566-577)(1995)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Peter Ghyssaert Nachtvlinders Nachtvlinders, donoren van zwartblauw in een avond die zich blijft verdiepen. Kijk: er is iets in hun vlucht als van krankzinnigen die zeker zijn van al de wegen in hun schemerdenken. Waar zij komen hapert droef een zomer in zijn duizenden aroma's; rouw is van hun vleugels afgeslagen tot een zegen. Weg de zon, verstorven al de bronnen; nachtvlinders die overal in stille woede, passend in elkaars fluwelen kiel, de uitvalswegen naar het donker zoeken. [pagina 28] [p. 28] De hemelvaart van de sterren De sterrebeelden klimmen uit hun waterputten 's nachts en stijgen, vonken slaand uit droog bewaarde vuurstenen. Hun vlam wegdragend tussen dromend waaien zijn zij vrij te wiegen of metaal te smelten of een nieuwe kou te maken; steden die zij raken dalen spoedig naar de aarde terug. De sterrebeelden stijgen, voegen vuur bij vuur, een donker veld bevruchtend en zij zijn zo van de nacht een delicaat beschadigde bedrading. Hoog gekomen boven hoge, dunne bergen zoeken zij al de verbindingslijnen van hun constellaties, schijnend, altijd schijnend in de roerloze gedempte putten van hun oorsprong. [pagina 29] [p. 29] Middeleeuwen Kolder groeide in de koppen tussen donker bloed en valse logica en zomer broeide als een wonde in de wouden, in kastelen vol urine. Priesters draaiden met geheime wielen kruisen hoger aan de horizon: hoog boven gerijpte slagvelden, vermolmde bedden waar de ziekte hinkelde tussen de mannen, moeders, kinderen. Nooit kwam nacht tot op het bot genezen; 's morgens werd de angst weer ingebed tussen skelet en vlees. Vorige Volgende