[566]
Normen
Isaac da Costa zei het al, Huizinga heeft het een eeuw later verwoord, en op 9 december hoorden wij het van professor A.Th. van Deursen, onder verwijzing naar die twee voorgangers: een beschaving die zich niet aan onveranderlijke waarden houdt zal in verval raken.
De gelegenheid in december was de bestbezochte jaarlijkse lezing van Nederland: de Huizingalezing, onder de flonkerende lichten van de Pieterskerk in Leiden. De volgende dag stond de tekst in NRC Handelsblad, met als kop: ‘Cultuur van schuivende normen gaat onherroepelijk teloor.’
Die bedreigde cultuur, dat zijn wij, al twee eeuwen lang en toch nog in actie. Iedere keer wanneer er betoogd wordt dat het zo niet door kan gaan wekt het idee een voorbijgaande verontrusting. Het is zo vaak uitgesproken dat het een cultureel erfdeel is geworden en zelden iemand nog prikkelt tot bezinning op tijdloze waarden. Eerder neemt het zelf de plaats in van zo'n waarde; het geeft aan dat wij de cultuur niet totaal vanzelfsprekend vinden.
Het is dan ook onjuist om te zeggen dat er tegenwoordig geen waarden meer erkend worden. De meeste mensen willen hun medemensen geen basisvoorzieningen ontzeggen en elkaar niet onnodig narigheid bezorgen; en allen mogen zelf bepalen hoe zij hun toenemende vrije tijd benutten.
Nooit is aangetoond dat het bestaan vroeger, of in bepaalde perioden van vroeger, een beter gehalte had dan nu. Geen ziektewet, geen pensioenen, geen televisie: maar wel een kleurrijk leven, een helderziende dood en vertrouwen op een laatste oordeel? Het is niet te meten hoe onze voorouders zich gevoeld hebben. Makkelijker in de omgang zijn zij in ieder geval zelden geweest. Zij waren in onberekenbare mate nu eens gewelddadig, dan weer tolerant; vijftig jaar van vrede, eigen vervoer en arbeidstijdverkorting zoals wij die beleefd hebben zijn niet eerder voorgekomen.
De tijdloze normen die wij zouden moeten gebruiken om onze samenleving verder te verbeteren worden niet met name genoemd. Waarschijnlijk zijn er geen te vinden en zou het beter zijn om te zeggen: het maatschappelijk beeld kan ermee door, maar het is flets van kleur. Daar valt tenminste over te praten. De dagen lijken op elkaar. Kantoren, autowegen, televisieprogramma's; telefoneren, vergaderen, familiebezoek; thee, bier, vitaminepillen - hoe komen ze erbij dat we in een eeuw van veranderingen leven? Zo gaat het jaar in, jaar uit.
Het zijn niet tijdloze waarden die ons kunnen redden, maar er komen minuten voor wanneer de verbeelding zich verruimt tot buiten het ene ogenblik en de ene vierkante meter waar de mens gewoonlijk genoegen mee neemt. Gelovigen zullen het soms in hun kerken beleven, revolutionairen op hun barricades, onderzoekers in hun laboratoria en een enkele keer een burger bij het zien van de nachthemel.
Hoe wij die frequentie van die minuten kunnen opvoeren, laten ze daar eens een lezing over houden. Of wij wijden er een nummer van het maandblad aan, om de cultuur een kleur op de wangen te geven. - jjp