Hollands Maandblad. Jaargang 1993 (542-553)
(1993)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
[pagina 32]
| |
De melktandjes van het ochtendlicht knabbelen
aan de nog argeloze dingen op tafel. De afstand
tot mij is een dans die mij verleidt. Pas als ik ben
genaderd en de lamp ontsteek bijten de dingen terug
| |
[pagina 33]
| |
Lover, wimpers, vleugels, wind van levenwekkend
waaien, danst in de stilte van het witte licht
Wekt alle wezenheden in het pulserende hart van
mijn herboren bloed. Vlamt, golft, schept!
| |
[pagina 34]
| |
De sinistere waterklok loopt leeg. Eens vallen
er de bestemmingen en onvervulde dromen droog, bezinksels
die de tijd niet dronk. Een wad dat in woestijn verkeert.
O zwemmer die ik was tegen de stroom, geef je nu over aan het lek!
| |
[pagina 35]
| |
Veel oud zeer ligt onder daken van angst
geborgen. Maar een onweer breekt los. Draaiende
storm in het geheugen maakt zijn oevers
grenzeloos. En zijn relieken blijken onvindbaar
(of dit huizen zijn voor later)
| |
[pagina 36]
| |
Het getij kruipt weg van de bedding
van de wijzerplaat. We leefden
in neergelegd stof, in graven
van onmetelijke, onoverkomelijke drempels
|
|