Hollands Maandblad. Jaargang 1992 (530-541)
(1992)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
‘Greguerías’Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 28]
| |
Spreken is schrijven in de lucht.
Wij strooien zout op de vis om hem de zee niet te laten vergeten.
Een olifant is verpakt in zijn eigen schaduw, als in een tabberd.
De afgrond brengt het gefluister van de bergen over naar de diepte.
Telegraafpalen zijn oude, bureaucratische bomen.
De zee heeft geen dorst, maar geweldige honger.
Bij ons allemaal is wel eens een stuk papier aan onze schoen blijven plakken. Op die dag zijn wij diep gezonken.
De kat leeft een eeuwige zondag.
In de kam blijft de liefkozing van de moeder bewaard.
Wanneer een pauw zijn waaier opent, verandert de hele tuin in een ouderwets, quasichic boudoir.
In een omarming persen wij de citroen van de liefde uit.
Lach nooit het portret uit dat boven de schoorsteen hangt. De geportretteerde kan eruitstappen.
Iedere grote golf die breekt op het strand, heeft zijn eigen, onzichtbare berijder.
Die hoest in de nacht gaf alleen maar aan dat de droom van richting veranderde.
Geld weet een absolute stilte te bewaren, zodat men niet weet wie het heeft.
Donkere nachten worden steeds donkerder omdat zij, als pagina's van hetzelfde boek, achter zich alle donkere nachten meedragen die zij geweest zijn.
De palmboom is een waterplant die aan land wist te komen.
Een kind danst omdat het wil vliegen.
Kousen: proloog van de benen.
De maan wordt grauw wanneer zij langs de hemel over vulkanen schuift.
Carbonpapier bewaart de echo van het geschrevene.
Hij rinkelde met de sleutels in zijn zak om eerder thuis te zijn.
Wat een hond het meest naar beneden haalt - en hij weet het zelf - is dat hij zijn kop moet krabben met zijn achterpoot.
Een olijfboom ziet er altijd uit alsof hij slecht geslapen heeft.
|
|