Bai Juyi is in later eeuwen vooral bekend gebleven als een dichter die zeer bewust de grootste eenvoud van taal en directheid nastreefde. Volgens een latere, apocriefe legende las hij zijn gedichten eerst voor aan een oude ongeletterde vrouw en publiceerde hij ze pas wanneer zij ze zonder moeite begreep. Tegelijkertijd verlustigden hij en zijn vrienden zich in hun eigen virtuositeit in de gedichten die zij onderling uitwisselden. ‘Ballade van het Zuidoosten’ is daarvan een voorbeeld, niet alleen door de lengte maar vooral door de vorm. Het gedicht is namelijk een pailü. In deze vorm van poëzie gelden niet alleen zeer strikte regels voor de afwisseling van woordtonen (een aspect dat in een niet-toontaal als het Nederlands onmogelijk kan worden weergegeven), maar dienen bovendien alle regelparen, met uitzondering van het openingsregelpaar en het slotregelpaar, parallel van constructie te zijn. In het klassiek Chinees, waarin de woorden vrijwel steeds slechts één lettergreep tellen en verbuiging en vervoeging onbekend is, is de parallelle zinsconstructie vanouds een geliefde stijlfiguur geweest. De verplichte toepassing van de parallellie over meerdere regelparen in de pailü was tijdens de Tang dynastie (618-906) echter relatief nieuw, en Bai Juyi en zijn vrienden wedijverden wie de langste perfecte pailü zou kunnen schrijven. Niet voor niets vermeldt Bai Juyi trots in de titel van zijn gedicht dat zijn ‘Ballade van het Zuidoosten’ maar liefst tweehonderd regels, dus honderd regelparen, telt!
Als vertoon van virtuositeit in de maniakale toepassing van een stijlfiguur die in een Indoeuropese taal met zijn meerlettergrepige woorden, zijn verbuigingen en zijn vervoegingen niet met dezelfde precisie is weer te geven, lenen gedichten in de vorm van een pailü zich zelden voor een vertaling. ‘Ballade van het Zuidoosten’ is een van de uitzonderingen omdat het gedicht betrekkelijk weinig gebruik maakt van parallelle allusies en citaten en omdat het eerder een verhalend dan een beschrijvend karakter heeft. Bovendien is het interessant als een autobiografisch document: de voormalige sociale activist schetst een beeld van zichzelf als bon-vivant en levensgenieter.
Deze vertaling van Bai Juyi's ‘Ballade van het Zuidoosten’ is gebaseerd op de geannoteerde tekstuitgave in Wang Rubi ann., Bai Juyi xuanji (Shanghai: Shanghai guji chubanshe, 1980), pp. 200-216.