Hollands Maandblad. Jaargang 1987 (470-481)

[p. 28]

Meertje Kaal

vannacht begon mijn poes te lachen in de gang
eerst helder, tot het overging in blaffen
en toen kwam het geluid van doodsangst
zoals een geit gesneden in de keel
als offer dient onder de toverboom
diezelfde geit, waarvan wij weten
dat zij in rust niet gillen kan
het beest, door mensen in de klem genomen
wordt regelmatig van zijn kop ontdaan.
Zo gilde nu mijn kat, ik sloot haar in mijn bed
en klopte op haar nek
tot zij tot rust gekomen was.

nauwelijks een centimeter verwijderd van de afgrond
balanceert zij op een stuk kurk
achteloos houdt zij zich in evenwicht
zonder ook maar in het minst
bang te zijn om te vallen
juist omdat de kans daartoe
redelijk groot is

voor we gaan slapen, voor we alledrie
het grijze wollen hoofd tegen het kussen hebben aangevlijd
voor we gaan slapen is het ritueel van Lint
(die in het midden liggend met haar
tot en met de neus behaard gezicht
de baas wil zijn tot in het bed)
ons met haar ruwe tong te wassen

[p. 29]

[p. 30]

[p. 31]

[p. 32]

Zelfportret