Nawoord
Daar was laatst een meisje loos - helaas, ze werd ontdekt. Zo niet Mulan. Twaalf jaren diende zij in het leger zonder dat haar kameraden beseften dat zij een meisje was. Een treffend voorbeeld van het feit dat een vrouw evenveel vermag als een man. Geen wonder dan ook dat in de twintigste eeuw Mulans daden een bron van inspiratie werden voor het Chinese feminisme.
Het Gedicht van Mulan (Mulan shi) werd voor het eerst vermeld in de tweede helft van de zesde eeuw. Plaatsnamen, titels (Chan i.p.v. Keizer) en gebruiken wijzen op een herkomst uit een Noord-China onder niet-Chinese heersers, zoals de Tuoba Wei dynastie (386-534), maar iedere nadere indicatie ten aanzien van auteurschap en tijd van ontstaan ontbreekt. Verschillende stilistische eigenaardigheden duiden op een volkse oorsprong, Het Gedicht van Mulan wordt door wisseling van rijm verdeeld in negen strofen van uiteenlopende lengte, die in de vertaling gemarkeerd zijn door een witregel. Het merendeel der regels heeft een lengte van vijf syllaben; daarnaast komen regels voor van zeven syllaben en zelfs van negen.
De ‘potgong’ was een ondiepe metalen kookpot met drie pootjes die 's nachts door wachtlopende soldaten werd gebruikt als gong, ze was een onmisbaar onderdeel van de uitrusting van een soldaat. De Chinese koperduiten (rond en met een vierkant gat) werden aaneengeregen tot snoeren van nominaal duizend stuks, zodat grote bedragen in ‘snoeren’ werden geteld.
Deze vertaling is gebaseerd op de geannoteerde tekstuitgave in Wei Jin Nan-Bei chao wenxueshi cankao ziliao (Peking: Zhonghua shuju, 1962), pp. 379-82. Het Gedicht van Mulan werd reeds herhaaldelijk in westerse talen vertaald, o.a. door Arthur Waley, in Chinese Poems (London: Unwin Paperbacks, 1982), pp 99-101; door Wong T'ongwen en Jean-Pierre Diény in Paul Demiéville ed., Anthologie de la poésie chinoise classique (Paris: Gallimard, 1962), pp. 213-16; en door Hans H. Frankel, in The Flowering Plum and the Palace Lady New Haven, Yale-Univ. Press, 1976), pp. 68-72.
W.L. Idema