Hollands Maandblad. Jaargang 1986 (458-469)
(1986)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
Wetenschappelijke vooruitgang
| |
[pagina 32]
| |
van taalkundigen, historici en geestverwanten onvolledig zou zijn zonder gevoel voor de eigenaardigheden van de verschijnselen, die in de natuurwetenschappen worden bestudeerd. Te veel ook heerst bij de niet-exacten de overtuiging dat de wetenschappelijke ontwikkeling bij de natuurwetenschappen een logische is, op basis van onomstotelijke harde feiten. In feite vinden ware revoluties plaats op gebieden waar men dacht, praktisch de hele waarheid te hebben vastgesteld. Denk aan gebieden als neurobiologie, genetica, immunologie, materialen en chemie. Zo zou willicht ook een remedie ontstaan voor de ‘physics envy’ die bij de geestes- en gedragswetenschappen een golf van kwantificeringsdrift heeft veroorzaakt. Lewis ThomasGa naar eind*) wijst hier treffend op in één van zijn essays in Late Night Thoughts on Listening to Mahler's Ninth Symphony. Het essay dat ik bedoel heet ‘Humanities and Science’ en hij erkent daarin wel de stelling van Kelvin, een negentiende eeuwse physicus, dat je pas iets echt weet als je het kunt kwantificeren, maar vertelt van de missers door voorbarige extrapolaties uit wiskundige behandeling van physische of biologische problemen. Kwantitatieve meting kan veel inzicht opleveren, maar je moet weten waar je het over hebt voordat je de data gebruikt voor voorspellingen. Thomas citeert uit een rede van T.H. Huxley (1869): ‘As the grandest mill in the world will not extract wheat flour from peascods, so pages of formulas will not get a definite result out of loose data’.
Er is onbehagen over de plaats en het belang van natuurwetenschappen voor de menswetenschappen en over de rol van de natuurwetenschappen in onze moderne cultuur. Een veel vanzelfsprekender symbiose dan we nu kennen zou mogelijk en interessant zijn, en het karakter van de universiteit kunnen beïnvloeden. Een brede universiteit met een niet eenzijdige facultaire samenstelling is niet alleen als sociale en culturele omgeving aantrekkelijk maar zou, mits het ook leidt tot confrontaties in onderwijs en onderzoek, ons ook beter voorbereiden op de toekomst. De meest spannende en leerzame dingen lijken in de wetenschap te gebeuren op scheidingsgebieden van disciplines en aan de hand van diepgrijpende controversen over kwesties als de al dan niet erfelijke bepaaldheid van gedrag, of de macro- versus de microbenadering in de economieGa naar eind**). Niet alleen waar het gelijk ligt, maakt uit, hoe leerzaam zo'n discussie is, maar ook en vooral de wijze waarop het pleit wordt beslecht. |