Hollands Maandblad. Jaargang 1984 (434-445)
(1984)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
duinbegraven in het duin
een hand met gespreide vingers
mond die zich vult met zand
wandelaars gaan voorbij
zo heb ik ook gelopen
winterkoninkje
kleine vogel
verscholen achter dikke winterblaadjes
te koud
voor minnaars
het zal stil worden
| |
strandpaviljoenhet strandpaviljoen
zat vol
verdronken mensen
het heeft wel iets
verdronken zijn
kil en definitief
stille open ogen
slierten haar
natte kleren
aandoenlijk
zoals ze zaten
tafels met ruitjeslakens
toen ik je mond kuste
leek het even
of je glimlachte
de zon gaat onder
het wordt kouder
ik blijf zo lang mogelijk
| |
[pagina 41]
| |
oplossenverholen toonaangevend
de bliksemflits
die ruggegraat wordt
de vloed van woorden en tranen
in afwachting
wat een golven
werpt de stroming op
witte trapezewerkers
boven het schuimende spattende water
adelaars vleugel aan vleugel aan vleugel
zingend zwaait de reus zijn knots
een beschimmelde oude man valt
razend van mijn glanzende rug
mijn hand wijst de galgen omver
trommels brengen lijn in de bewegingen
een waaier van dansers betreedt het gras
en eindelijk schijnt de zon zijn blauwe licht
| |
herinneringenwaar moet ik beginnen
de dennebomen
hars aan mijn klimmershanden
geen beest
uit al mijn dierenboeken
te zien
zo jong
en al bekend
met de voorspelbaarheid
terug naar huis
niet in staat
vrede te sluiten
|
|