Hollands Maandblad. Jaargang 1974 (314-325)(1974)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] H. Vos Inneming Bij al wat ik nog denk is dood nabij, grijpt in, de wirwar van mijn woordenvloed weeft hij tot zin; hoe meer ik aan hem denk hoe meer neemt dood mij in. Laatste gast In kleine tijd die mij nog rest nu leven niet meer lonkt en prest breek ik met hem mijn daaglijks brood mijn laatste woord heeft hij, de dood, een beter gast en dieper trouw dan ooit een man, dan ooit een vrouw [pagina 26] [p. 26] Nog een roos Nu lieve hand mij deze koos, ik zie... ik zàg nog nooit een roos. een roos die ik al niet meer zie; o lief, nu weet, nu weet ik wie met liefde saam een roos maakt roos Laatste wens Wat ik nog wil? dat ik nu, stil, bladstil, nog even hang, jouw blik nog eenmaal vang, en val en dat is al ja, al Pijn Vanmorgen, in een flits van pijn. een vraag zet mij volledig klem: is alles wat ik nu van hem, van dood, te weten mij vermeet wel meer dan waan en schijn? trok ik in wat ik hem beleed alleen mijzelf een rookgordijn? ‘breek ik met hem mijn daaglijks brood’ is 't meer dan flirten met de dood? mijn God, ik weet niet eens of ik, spreekt hij voorgoed zijn over, uit, wel zelf mijn ogen sluit Vorige Volgende