zelf dat hij zoveel minder onthouden kon dan zijn vader). Zelf moesten we veel minder - maar in terugblik nog onzinnig veel - leren. We kenden veel planten, veel dieren, veel ingewikkelde verwantschappen. De studenten van nu, behalve een enkele hobbyist, weten steeds minder.
Het is een algemene klacht, ook bij andere vakken, dat er langer over gedaan wordt om minder te leren. Ik denk dat het te maken heeft met het afnemend ouderlijk gezag en andere autoriteit.
Een onderwijsidealist stelde dat ieder kind, al op de kleuterschool te beginnen, bij alles wat het moet leren, moet vragen waar het voor dient.
(Gelukkig was ik in mijn schooltijd nog slaaf genoeg om van alles te leren, zonder te vragen waarom. Toen ik begon te studeren brak die slaafsheid en daarom duurde het wel lang eer ik afstudeerde. Maar dat ik nu een vak ken dat me nog steeds boeit en dat ik iedere geïnteresseerde durf aan te raden - ondanks dreigende werkeloosheid - heb ik te danken aan die functionele slaafsheid van lagere en middelbare school en eerder.)
Kan iemand een kind uitleggen waarom het moet tellen? waarom het alfabet? de tafels? logarithmen? taal?
Zoals de cultuur nu is wordt ze in stand gehouden en voortgezet doordat ervaringen van enige honderden eeuwen, gecodeerd, in enkele jaren kunnen worden doorgegeven als basis voor verdere ontwikkeling. De consequentie van de idealistische eis is dat we die paar jaar studie weer laten uitdijen tot de oorspronkelijke tijd van ervaren en al of niet noodzakelijk vinden. En aangezien we niet meer bereid mogen zijn (van de idealist) om welke ervaring dan ook van de vorigen te aanvaarden zonder het zelf ervaren te hebben, is daarmee het opstapelingseffect van de cultuur voorgoed ondermijnd. We zullen w.s. nooit meer aan het alfabet toekomen. Behalve...
Er zal natuurlijk altijd een secte blijven die het verdomt om mee te idealiseren, die volhardt bij een autoritair leersysteem en die daardoor technisch - hoe achterlijk ook - de idealistische analfabeet zal voorbijstreven. En dan zal de geschiedenis zich niet onderscheiden van enige vroegere geschiedenis: de technisch zwakkeren zullen uitgeroeid worden of misbruikt door de technisch sterkeren. Dit effect zal versterkt worden doordat de gevoeligen voor autoriteit niet alleen beter leren, maar ook beter gehoorzamen, beter soldaten zullen zijn.
J.G. vond als afdoende argument tegen mijn ethologie van de mens: een vliegtuig dat met mensen ergens naar toe vliegt, wat daar niet allemaal in samenwerkt: de menselijke geschiedenis, de cultuur, de techniek, die mensen die vliegen willen, de veelvoudige doelen die de reizigers hebben die even samen komen. Dat valt volgens hem ver buiten het bereik van de ethologie.
Natuurlijk, het vliegtuig valt er buiten en nog een heleboel technische zaken. Maar die zijn niet nu door die passagiers veroorzaakt. Wat interessant is is het mechaniekje van de mens, dat is dan nu - door ingewikkelde historische oorzaken - geplaatst in een vliegtuig, maar de reden waarom passagier a in het vliegtuig ging zitten, wat hem beweegt, dat zijn weer de oude biologische zaken: paardrift, territoriumdrift, hiërarchie, vluchtdrang etc. Daarin verschilt passagier a niet van een verre voorouder, van vóór de hantering van de vuistkei. Alleen de rationalisaties, de aankledingen van de motieven verschillen, zijn cultureel gekleurd.
Op 3 II 1972 was er een interview van Ingmar Bergman door Dick Cavett. Opvallende uitspraak - ook Cavett had het nooit eerder gehoord - dat vrouwen beter toneel zouden spelen dan mannen, dat ze er vanjongsaf beter geschikt voor zouden zijn, de voorliefde voor verkleden, het plezier van in de spiegel kijken, opmaken etc. Mannen zouden daarentegen beschaamd zijn om in de spiegel te kijken. Daar past volgens mij bij het grote verschil in mannen- en vrouwenmode; de eerste vrijwel stagnant, de tweede constant wisselend.
Bergman haastte zich - en herhaalde het enige malen - te zeggen dat dit ongetwijfeld een gevolg van opvoeding was. In deze tijden van emancipatie is het niet populair om enig verschil tussen ♂ en ♀ aan te nemen dat niet door opvoeding (uiteraard slechte opvoeding) veroorzaakt is.
Waarschijnlijk is echter dat ook dit verschil voortkomt uit het miljoenen jaren oude verschil tussen de op jagen gespecialiseerde man en de op thuiszittend kinderverzorgen gespecialiseerde vrouw. De teeltkeus t.o.v. het ♂ was in de richting van de beste jager, die van het ♀ was in de richting van de beste verleidster (en daarna vasthoudster) van mannen. (Behalve de teeltkeus werken er natuurlijk nog veel meer selectiemogelijkheden. Waarschijnlijk veel belangrijker is de selectie ten bate van een goed moederschap, omdat die een direct effect heeft op overlevingskansen. Maar we hebben het nu over teeltkeus.) In dit patroon past de vrouwelijke neiging tot theater, opschik, het kritisch bekijken van de eigen verschijningsvorm in de spiegel en het even kritisch bekijken van