ingeruild tegen een betere: de generatieftransformationele waarover ik vorige maand sprak. De enige in druk optredende dialooghoudster met dit maandblad, Marja Roscam Abbing, heeft zich na lezing daarvan wel tevreden getoond met de uitleg, maar nu zij het heeft begrepen ziet ze er de zin niet van. Taalkundigen willen talen beschrijven, en niemand mag ze naar de zin daarvan vragen. Dat bovengenoemde theorie duizenden taalkundigen heeft geïnspireerd, ja het hele vak voor veel meer mensen interessant heeft gemaakt, dat heb ik niet kunnen uitleggen. De regels van het voetbalspel zijn ook heel simpel, maar voetbal inspireert toch miljoenen. Wat Keynes deed voor de economie deed Chomsky voor de taalkunde.
Ik weet te weinig van psychologie om te kunnen zeggen of daar de formalisering aan het werk is. Wel weet ik dat vele beoefenaren dit menen of wensen. Ik onmoet herhaaldelijk psychologen die me vragen hoe formaliseren nou eigenlijk moet. Dan vraag ik ze wat ze eigenlijk willen formaliseren, en ik ben er weer een tijdje van af.
(alinea over form. in sociol. Even vragen aan J., K. en L.)
Over een formalisering in de medicijnen houdt dokter Visser van het Ziekenhuis de Weezenlanden in Zwolle zaterdag een lezing. Uit zijn samenvatting citeer ik:
De automatisering van de dosering, waardoor de medicus van veel werk wordt ontlast, kan uiteraard alleen juist zijn, als de gehele complexe kennis, die de arts voor het doseren van antistolmiddelen nodig heeft, algoritmisch is vastgelegd. Om bij het doseren de alom toegepaste heuristische methode te vervangen door een algoritmische was (in vrije tijd) een studie van 12 jaar nodig.
Als het programma de arts moet kunnen vervangen, moet de ‘klinische blik’, de ervaring, zijn vastgelegd in formules. Dat betreft dan streefwaarden, topwaarden, toleranties, complicaties, werking en interakties van bepaalde medikamenten, anticiperen, cybernetische problemen, overeenkomsten met en verschillen tussen antistolmiddelen, enz., enz.
Deze kern van het programma moet worden aangevuld met delen, die met zintuigen zouden kunnen worden vergeleken. Allerlei relevante informatie moet kunnen worden aangeboden: een patient heeft een dag niet ingenomen, hij heeft koorts gehad, er zijn complicaties geweest, zijn medicijnen zijn gewijzigd, hij heeft in een vorige periode toch een fout gemaakt, enz., enz.
Het programma moet ook worden aangevuld met kennis over het ophalen van bloed in de 25 plaatsen waar onze trombosedienst komt, dus met kalenders, feestdagen, thuisprikroutes, wensdata en -dagen, vakanties, expiratiedata, enz. om verantwoorde controledata te kunnen afspreken.