- Goed, goed. We kunnen hier misschien later eens op terugkomen. Ik wou eigenlijk iets heel anders aan de orde stellen.
Ga je gang.
- Namelijk de schoonheid in de natuur. Die bestaat tenslotte ook. En daar is geen sprake van opzet, van gespeeldheid, geen sprake van iets zien of horen dat niet is wat het voorgeeft te zijn, of iets voorgeeft te zijn wat het ook is.
De schoonheid in de natuur zit wellicht in de indruk (met welke middelen die indruk bereikt wordt is een andere vraag) dat die natuur niet toevallig zo is, maar zo wil zijn - terwijl we tegelijk de indruk hebben dat dit niet zo is.
- Ja, ja. Terwijl het bij door mensen gemaakte dingen om werkelijke moedwil gaat, gaat het in de natuur juist om schijnbare moedwil.
Precies.
- Maar dan zou een rotsblok dat mij aan het hoofd van Garmt Stuiveling herinnert...
Wat heb jij toch met Garmt?
- Niets. Toevallig valt zijn naam mij in. Maar die rots kan net zo goed op mijn vrouw of mijn dochter lijken, of op Abraham Lincoln. Bovendien ben jij over Garmt begonnen, niet ik.
Sorry.
- Ik wilde dit zeggen. Als het waar is dat het schoonheidseffect van de natuur berust op de indruk van opzet, dan zou een rotsblok dat op Garmt lijkt mij een schoonheidsontroering moeten geven.
Terwijl je het vermoeden hebt dat mocht je ooit zo'n rotsblok tegenkomen, je wel geamuseerd en verbaasd zou zijn, maar niet zou denken ach wat mooi.
- Ja.
Daar heb ik wel een antwoord op. Als jij zo'n rotsblok ziet dat op Garmt Stuiveling lijkt, dan weet je zeker dat hier geen opzet in het spel is. Maar als je door Cathedral Valley rijdt, waar de ongelooflijk grote rotsblokken eigenlijk nergens op lijken (af en toe een beetje op kathedralen, omdat ze in een vlakte staan en bijna loodrecht omhoog gaan), dan krijg je de indruk dat onze lieve heer die rotsblokken met opzet precies zo gemaakt heeft.
- En dat Stuiveling-blok is per vergissing zo uitgevallen.
Je kunt het nog anders uitdrukken, net andersom geloof ik: je bent echt verbaasd over die Stuiveling-rots, terwijl je verbazing over die andere rotsformaties meer van metafysische aard is.
- Hier wordt het een beetje moeilijk geloof ik. Zoiets van mij spreekt de blomme een tale.
Mij is het kruid beleefd. Inderdaad. Het geluid van de zee, van de wind, van dieren, vogels...
- Bloemen...
Bloemen maken geen geluid. Dat beleefde kruid vind je trouwens al bij Augustinus, die zegt dat arbustas formas suas varias, quibus mundi hujus visibilis structura formosa est, sentienda sensibus praebent; ut, pro eo quod nosse non possunt, quasi innotescere velle videantur.
- Kun je dat even voor me vertalen?
De planten of bomen of heesters of struiken dat weet ik niet bieden hun menigvuldige vormen waarmee de zichtbare structuur van deze wereld versierd is aan de zinnen aan ter voeling, zodat het lijkt of ze, omdat ze niet kennen kunnen, gekend willen worden. Dat citaat staat bij Schopenhauer, die er erg door getroffen was omdat hij veertig jaar vóór hij deze passage las iets dergelijks geschreven had, namelijk: es ist auffallend, zegt hij, wie besonders die Pflanzenwelt zur aesthetischen Betrachtung auffordert und sich gleichsam derselben aufdringt, dass man sagen möchte, dieses Entgegenkommen stände damit in Verbindung, das diese organischen Wesen nicht selbst wie die tierischen Leiber unmittelbares Objekt der Erkenntnis sind, daher sie des fremden verständigen Individuums bedürfen, um aus der Welt des blinden Wollens in die der Vorstellung zu treten, weshalb sie gleichsam nach diesem Eintritt sich sehnen, um wenigstens mittelbar zu erlangen, was ihnen unmittelbar versagt ist. Dezelfde gedachte inderdaad, maar dan ingepast in het systeem van Schopenhauer.
- En jij past het in in jouw systeem.
Ja. De indruk die de mens krijgt dat de natuur hem iets wil zeggen, terwijl hij weet dat dat niet zo is. Zowel Augustinus als Schopenhauer zeggen dat het maar zo lijkt. Schopenhauer zegt erbij: ich lasse übrigens diesen gewagten und vielleicht an Schwärmerei grenzenden Gedanken ganz und gar dahingestellt sein, da nur eine sehr innige und hingebende Betrachtung der Natur ihn erregen oder rechtfertigen kann.
- En dan zegt men nog wel dat die Schopenhauer zo'n koude vis was.
Dat was hij helemaal niet. Hij ging iedere