Hollands Maandblad. Jaargang 1971 (278-289)

[p. 19]

Herman Romer
Met déze handen

Waarom te zwijgen over zijn afkomst uit
een arbeidersmilieu zijn drift zich
boven zijn brave hem niet begrijpende
ouders uit te worstelen zijn nachtelijke
studie na dagen van soms zestien uur
hard werken het in zijn zak hebben van
de meesten van zijn maten kerels met
grote bekken die het nèt niet haalden als
puntje bij paaltje kwam de vrienden die
hem op de beroerdste momenten lieten
barsten en de posities waaraan hij zich
vaak met het zweet in zijn handen moest
optrekken omdat hij alles van jongsaf aan
altijd alleen moest doen?

Waarom te zwijgen over zijn latere
stoomcursus voor een zuivere uitspraak
broodnodig voor zijn optreden in het
openbaar het moeten afschrijven van zijn
eerste vrouw hartelijk wijf beresterk nooit
ziek altijd klaar gestaan voor iedereen maar
geestelijk helaas ronden op hem achtergebleven
waardoor hij zich ten slotte met
haar nog nauwelijks op recepties dorst
te vertonen?

Waarom te zwijgen over zijn vervreemding
van de oude socialistische partij waarin
snotneuzen de laatste jaren de sleutelposities
innamen hem de oren van zijn
hoofd lulden over allerlei warrige
zaken blaaskaken ondankbaar profiterend
van door hem en andere kerels van de ouwe
hap lang geleden op de barricaden bevochte
sociale zekerheden?

Nee zo makkelijk als sommigen nú heeft
hij het in zijn jonge jaren nooit gehad daar
wil hij onder het genot van een eerlijke
ouwe klare bèst voor uitkomen en nu hij
niet zo ver meer van zijn pensioen
regelmatig de welwillendheid sympathie en
bedaarde belangstelling ervaart van
vele liberalen bij zijn contacten in
het bedrijfsleven op gelijkwaardig directieniveau
groeit bij hem het inzicht dat alles
niet ineens kan geld maar één keer
uitgegeven kan worden en je de dingen niet
allemaal zo donders scherp mag stellen