Hollands Maandblad. Jaargang 1969-1970 (258-277)
(1969-1970)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Autobiografisch woordenboek - een supplement
| |
[pagina 38]
| |
Jeugd (Moeilijke). Wees toch niet zo ongedurig. Zit niet te zaniken, zit niet te peuteren, zit niet te wippen, zit niet te stommelen, zit niet te bonken, zit niet te zitten.
Kenners (Voor de). Valéry schrijft ergens: ‘Il y a une belle partie de l'âme qui peut jouir sans comprendre’. Ik wilde dit citeren en zei: ‘Il y a une belle partie de l'âme qui peut souffrir sans comprendre’.
Kind (Een). Ik heb vroegtijdig iedere medewerking stopgezet, wegens verregaande stompzinnigheid van degenen die ik liefheb.
Knecht. Zie Meester.
Lichaam. Ik zou het ze nog liever cadeau geven, zei de prostituée, maar het is mij verboden om zo lichtzinnig met mijn lichaam om te gaan.
Liefde. Zij smaakt hem, hij smaakt haar.
Literaat. Hij heeft een klein gebouw van woorden opgericht: muren van woorden met een woordbeeld voor het raam.
Masochist. Ik wil zo graag abject zijn. Sadist: je mag vandaag niet abject zijn. Masochist voelt zich heerlijk, omdat hij niet mag wat hij wil, en voelt zich bovendien, omdat het niet mag, ook niet abject.
Meester en knecht. Ik wou zeggen: ik geef gevolg aan de bevelen, en zei: ik beveel de gevolgen.
Mens (De). Een dier dat zich een autoriteit schept die zijn vijanden zal vernietigen. Sommigen noemen hem God, anderen Nixon, Marx of Zwarte Piet.
M.J.D.D. Stond op een oud potje en werd ontcijferd door een lid van de Académie des Inscriptions: Magno Iovi Deorum Deo, Gewijd aan de grote Iupiter, de God der Goden. Maar het betekende: Moutarde Jaune de Dijon.
Oedipus. Ik ben in een pas-de-deux met mijn moeder verwikkeld. Schaamte staat tussen ons in, agent van politie, tweesnijdend zwaard.
Padvinder. Gehinderd in het mij bewegen, zoek ik met moeite de bekende weg.
Pietà. En ik moet sterven om haar te bereiken.
Polemiek. ‘If Cardan sayth that a parrot is a beautifull bird, Scaliger will set his witts on work to prove it a deformed animal’ (Thomas Browne).
Politicus. Zijn barrière tegen het communisme ligt tussen de VVD en de PvdA.
Politiek. Het conflict tussen conservatief en progressief, tussen autoriteit en democratie, huist in iedereen.
Prometheus. Ik richt mij op uit mijn kreupele jeugd en loop door de kloof van mijn woede.
Romantiek. De man in de maan wordt aandachtig beschoten.
Tijd is geld, haast is schuld.
Tragisch. Toen de trein het station binnenreed, rolde de dikke kruier zijn karretje automatisch naar een wat afgetakelde blondine, die uit een coupéraam hing: ‘Geben Sie mir das Gepäck doch durch's Fenster an’. De vrouw keek verstoord op hem neer en zei: ‘Ach Mensch, ich steig doch gar nicht aus’.
Voici des fruits, des fleurs. Ik neem niets voor je mee, want ik schenk je mijn kostbaar besef van mijn eigen waardeloosheid.
Volwassen. Ik ben ondoorzichtig geworden.
Werkelijkheid. Een vruchtbare veronderstelling.
Woorden spreken tegen, beelden spreken mee.
Zoekplaatje. Ik was er al lang, in dit landschap, voordat ik wist waarom. Want ik had hem goed verstopt, mijn oom, de directeur van de watertoren. |
|