alléén is niet genoeg. Allicht niet, maar we hebben in Nederland een Prijzenwet met zeer vergaande bevoegdheden (die ook worden gehanteerd!) en we hebben nog een Pachtwet en in principe hebben we een restje van de Huurwet, en we zouden kunnen proberen dat systeem te verbeteren en operationeel te maken. Maar wat doet de linkerzijde? Een der voornaamste pijlers van de inkomenspolitiek opblazen.
Nu is iedere partij natuurlijk vrij om zijn standpunt te kiezen, en wie geen brood of geen toekomst in een inkomenspolitiek ziet heeft recht op zijn standpunt. Maar laat men het er dan even bij zeggen, en zich tenminste de konsekwenties realiseren. Dat is bij het loondebat niet gebeurd. Zo wordt de politiek er niet duidelijker op.
En het wordt ook niet helderder als de argumenten van de linkerzijde sterk rieken naar pleidooien voor doodgewoon laissez faire. Als de vakbeweging zegt: ‘wij willen niet dat er door de regering wordt ingegrepen in contracten, die door vakbonden en werkgevers in alle vrijheid tot stand zijn gebracht’ dan klinkt dat toch alleen overtuigend voor degenen die een ijzersterk geloof in een ouderwets liberalisme bezitten. Op grond van dit argument is de Loonwet gedoodverfd als een knevel- en wurgwet - en zelden deed de vakbeweging zoveel demagogie in haar propaganda. Wat is de hele inkomenspolitiek anders dan knevelen en wurgen? Hoe denkt men, dat de ondernemers de Prijzenwet zien, en de huiseigenaren de Huurwet? Ook deze wetten maken het mogelijk dat in vrije contracten wordt ingegrepen, en ik dacht altijd dat dat een aanvaard principe was: contracten die in strijd zijn met het algemeen belang, en die massale kettingreakties uitlokken (inflatie geheten) moeten kunnen worden tegengegaan en eventueel vernietigd.
Wie op grond van een voorkeur voor laissez-faire tegen de Loonwet stemt moet ook de Prijzenwet willen afschaffen. Welnee, zeggen mijn vrienden van de P.v.d.A. de Loonwet is gericht tegen de arbeiders, de Prijzenwet tegen de ondernemers (= rijk en machtig volk). De Loonwet wordt straks met harde hand toegepast, de Prijzenwet wordt niet of slapjes toegepast. Mijn antwoord daarop is, dat (a) de Prijzenwet af en toe met harde hand is toegepast, terwijl de loonpolitiek in de afgelopen zeven jaar zéér slap werd gevoerd (getuige de sterke inflatoire stijgingen van het loonpeil), en (b) dat het niet gaat over de huidige toepassing van de wet door het thans toevallig zittende Kabinet; wij hebben wetten voor de toekomst, en een Loonwet moet langer mee dan Minister Roolvink (als minister, bedoel ik). Wie zich bij zijn wetgevende arbeid teveel laat beinvloeden door dagelijkse kibbelarijen en persoonlijke indrukken, opgedaan in de laatste paar jaar, raakt zonder mankeren verdwaald in korte-termijn politiek en in inkonsekwenties. Dit is precies waaraan de linkerzijde nu sukkelt.
‘Knevelen’ en ‘wurgen’ zijn uitdrukkingen, die zich tegen de vakbeweging kunnen keren, en die men daarom nooit had mogen propageren. In de eerste plaats, omdat het NVV zozeer achter de geleide loonpolitiek heeft gestaan (op basis van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen - véél straffer dan de Loonwet!) en omdat dit beleid in de jaren vijftig gevoerd is door voormannen van de P.v.d.A. zoals Suurhoff en Berger. In de tweede plaats omdat juist de collectieve arbeidsovereenkomsten, met hun jaarlijkse verhogingen, door veel kleine zakenmensen worden gevoeld als een onduldbare beperking van hun vrijheid. Deze contracten zijn afgestemd op produktiviteitsverhogingen in de expansieve industrie, en de kleine ondernemer kan dat niet bijbenen. Hij ziet, van zijn kant niet zonder reden, de vakbonden als knevelaars en wurgers, en inderdaad zijn er kleine zaken die het bestaan hebben moeten opgeven omdat ze de loonstijging niet kunnen opvangen of afwentelen. In de derde plaats, en dat is het belangrijkste, heeft het N.V.V. termen gebruikt die passen in de gedachtenwereld van de Boerenpartij. Alles wat tegen ons korte-termijn belang ingaat noemen we knevelarij - dat is inderdaad een goed argument voor de sterken, de slimmen, de rücksichtslosen, maar niet voor degenen die een evenwichtige economische politiek wensen. Ik dacht dat de vakbeweging opkwam voor de zwakken, en juist die zwakken zijn niet gebaat bij de ongeknevelde jungle.
Misschien vergis ik mij, en wil de linkerzijde, inclusief de vakbeweging, inderdaad terug naar de negentiende eeuw. Misschien willen ze af van de Prijzenwet, de Wet Economische Mededinging, de Huurwet, de Wet Toezicht Credietwezen, de Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst, de Wet op de Bedrijfsorganisatie - allemaal knevelen en wurgen wat de klok slaat. Maar laat men het er dan wel even bij zeggen.