neigt zich over de rozen voor haar huisje in de schaduw van het oude flatblok, daar is de geëerbiedigde boom die de weg tegen de heuvel op vernauwt en uit zijn koers dwingt, hier is het hellende pad dat achter de tuinen om naar de dorpskern leidt. Wie doet ons wat? Laten wij ons welgemoed verpozen tot het eind, en allen afstoten die het ons moeilijk willen maken.
De laatste gedachte onthult meteen de immorele aard van de gemakzucht. Erger nog is de gevaarlijkheid ervan. In de middagzon kan het geen kwaad om te leven van rozensproei en wapperende hoofddoekjes; maar als het killer wordt tegen het vallen van de avond is er bescherming nodig tegen het heelal zonder begin of eind. Het zal beter zijn om de zorgen nu vast op te roepen en de vlijtige dagelijkse orde van voorspraak en tegenspraak te herstellen dan ze de vrijheid te laten totdat ze mij bij nacht en ontij als een haveloze bende komen overvallen.
Vervuld van deze overweging liep ik het hellende pad naar het dorp op zonder dadelijk een keus te kunnen maken uit de beschikbare onaangename gedachten. Het bleek ook niet nodig. Aan het boveneind van het pad, waar het oude straatje zich tussen de huisjes en de tuinmuur van het Instituut doorwringt, stond op het trottoir een vrachtauto van militaire structuur geparkeerd, de laadruimte overhuifd met metalen platen, maar rondom ruw zwart geschilderd, nog zo kort geleden dat de verflucht in het voorbijgaan te ruiken was. Een papiertje binnen tegen de voorruit wees op een plan tot verscheping: het Health Department van Abu Dhabi werd genoemd, omgeven door codeletters. Achterin de zwarte huif was een ruime ruit, die het inzicht bood op twee smalle stoeltjes ter weerszijden van een langwerpige verhoging van de vloer waarop glanzende stroken chroom geschroefd waren om het glijden van de lading te vergemakkelijken. Die lading zou een brancard kunnen zijn, gezien de term Health Department; maar het leek niet waarschijnlijk dat ze daar zwarte ambulances gebruiken. Nee, de stroken zijn voor de kist; in Abu Dhabi neemt de gezondheidszorg de vorm aan van...
Het was een goede oefening voor de verbeelding om de werkzaamheid van dat departement op te roepen, en de gezichten van de figuren op de twee smalle stoeltjes. De omstandigheden zijn zelden zo voorkomend, op een dag van gemakzucht.
Hoewel storend voor onbewogen kijkers zoals ik is C.'s manier van reageren op de televisie eigenlijk aan te bevelen. Drama even goed als aktualiteiten beantwoordt zij met een stroom van instemmende en afkeurende en verbaasde uitroepen, alsof de programma's tot haar gericht waren. Waarom alsof? Zo is het inderdaad, en degenen die het verkeerd opvatten zijn wij die menen dat het gebodene, hoe buitensporig of onbevredigend ook voor onszelf, afdoende beoordeeld wordt aan de gunst van een meerderheid die zich niet in stemgeluiden, alleen in cijfers uitdrukt.
Wat er nog bij nodig zou zijn is wederreactie van de omroep. Niet dat de kijkers zich in het programma zelf moeten kunnen mengen, dat zou te onrustig worden; maar het begrip global village zou pas meer zijn dan een gladde frase als de dorpelingen van hun aanwezigheid blijk konden geven, te woord gestaan door een bureau van welbespraakte telefonisten die hetzij zelf de discussie zouden voltooien of een verbinding tot stand brengen ‘met een meneer aan toestel 317 wiens opvatting u zal interesseren’. Zo zou je een begin van een dorp maken, en zelfs een dorp met cocktail-party manieren. Als de computers eindelijk hun zegenrijke invloed gaan laten gelden zal het niet ontbreken aan werkkrachten die de telefoons kunnen bemannen en ons in staat stellen om aan de televisiecultuur deel te nemen zonder tot lijdzaam toezien veroordeeld te zijn.
Zo'n idee lijkt natuurlijk onbruikbaar, maar precies in de mate waarin het werkelijk onbruikbaar zou blijken zijn alle verwachtingen ijdel over de ontwikkeling door de televisie van het oordeelsvermogen bij de volken. Oordeelsvermogens worden niet ontwikkeld door alleen verwerving van informatie, maar door de inspanning om zelf met die informatie iets te doen. Ik wou dat C. zo'n telefonistenbureau aan de lijn kon krijgen.
Even lopend door Den Haag om twee hoeken verder een krant te kopen denk ik zo hard deels aan het huis in Londen en deels aan een wandeling een jaar of wat geleden over een zijweg die ik nu niet insla, dat het bij mijn terugkeer na twintig minuten lijkt of er een heel stuk van de dag voorbij is. Zou iedereen er nog zijn, of zijn ze allemaal andere dingen gaan doen; hoe was het ook weer toen ik vanmorgen wegging?
Er is niets veranderd; als het om een film ging zou je de delen voor en na mijn wandeling aan elkaar kunnen monteren zonder dat het beeld versprong. Soms ontleen ik aan zo'n ervaring van de rekbaarheid van de tijd een argument tegen het toerisme. Al die omslag, koffers pakken, zaken afraffelen, reizen, hotels in Spanje, huisjes in Frankrijk,