Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)(1968-1969)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige [pagina 32] [p. 32] Dana Hokke Otto I Liever dan langs je kamer te gaan loop ik de singels omzichtig om de kern van pijn. De zwanen zijn dezelfde de mensen ook misschien ik kijk ze niet aan ik koester de leegte stel me niet bloot. II Ik heb teveel tegen een leegte geleund, gesteund op een stilstand, leven gevuld met gemis. Ik heb te lang verlangen voor heimwee geruild, onder lakens verleden gelegen, verloren gesprekken gepraat. Te vaak heb ik nu gefloten naar een dode, liefde opgewekt, omgekeken naar ons. III Je zou jezelf niet meer herkennen nu ik mij heb losgemaakt van je dood. Je bent in mij een cellulair leven gaan leiden, ingekapseld vicieus. Literatuurgeschiedenis Het lied losgemaakt van zijn melodie werd een gedrukt intellectueel vermaaksel niet meer geademd van mond op oor maar van de hand in het oog gehouden. Straks wordt er alleen nog maar afstand geschapen. [pagina 33] [p. 33] Oefening in interpunctie Je helpt me maar hulpeloos hou ik van je zonder liefde kan ik niet samen leven met jou is dat slechter dan zomaar met iemand anders ben ik nu toch alleen wat ik niet zijn wil een jammerend wijfje Woorden: krappe denkmantels voor verwaarloosde begrippen dummies in consignatie gegeven blikken vacuümverpakte emotie stijlvol pakpapier verkocht als pakpapier eerlijke stoplappen op voorgevormde gevoelens haastige barricades waarachter de achterdocht hurkt. Mijn castratenkater heeft nog zijn clichéverlangen een fase niet meegegroeid een telkens weer opgewarmde kliek. Ondraaglijk armoedig zijn mechaniekje op zachte wol vanzelf opgewonden breekt in een climax van niks. Niet te harden vooral want hetzelfde gezelschapsspel substituerend speel ik behendig patience. [pagina 34] [p. 34] Tenslotte ronden vrouwen zich af spinnen ze bezig beslissend cocons van daagse bedrijvigheid. Naast hen verschralen de mannen leggen behoedzaam de hand op iets springlevends blindelings. Nijd genoemd Er is geen woord lief genoeg voor dat onbeholpen addendum die lome lustvogel dat onhandelbaar hoopje gummi dat meegaand onverwacht zich verzet en verbazend uitgroeit boven mijn greep. Een roerige kikker gevangen. Waar zit het kikkerrit dat kil tussen mijn vingers glipt? Vorige