Hollands Maandblad. Jaargang 10 (246-257)
(1968-1969)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd[Vervolg Eerste zinnen en laatste]zin van hebben gemaakt). Whatever history they have had is a history without events; whatever common interests they have do not lead to unity; whatever future they have will not be of their own making. Dit is de auteur ten voeten uit: één gedachte, suggestief neergeschreven, geen twijfel mogelijk. Het slot past er precies bij: In the meantine, on the political market-place of American society, the new middle classes are up for sale; whoever seems respectable enough, strong enough, can probably have them. So far, nobody has made a serious bid. U kunt van mij aannemen dat de tussenliggende zinnen exact bij de citaten passen. Het is een gladlopend, glashard betoog waar geen speld tussen te krijgen is. Dat het misschien wel eens niet waar zou kunnen zijn is een gedachte die door de schrijver niet wordt aangemoedigd. Precies hetzelfde geldt voor het boek van Mills dat bij White Collar past zoals de linker handschoen bij de rechter: The Power Elite. Nu gaat het over de kleine oligarchie die aan de touwtjes trekt. De stijl is even dwingend, maar door een toeval is de eerste zin minder direkt, want negatief en terughoudend: de macht kondigt zich aan door haar afwezigheid, met een omineus gerommel op de achtergrond. The powers of ordinary men are circumscribed by the everyday worlds in which they live, yet even in these rounds of job, family and neighborhood they often seem driven by forces they can neither understand nor govern. Deze zin lijkt mij geniaal, loodzwaar van suggestie, er is geen tegenspraak meer mogelijk zodra straks de machthebbers op de proppen komen. De lezer is meteen al geconditio- | |
[pagina 22]
| |
neerd om te geloven, dat de bestuurders der vennootschappen, de politieke bazen, de hoge militairen met elkaar de onontkoombare krachten vormen, die door de gewone mensen niet kunnen worden begrepen of veranderd. Het boek oefent een geweldige dwang uit, die eindigt in de woorden: Commanders of power unequaled in human history, they have succeeded within the American system of organized irresponsibility. Als er ooit een boek strak stond tussen twee zinnen is dit het wel. De lezer hoeft helemaal niet meer te denken. De volmaakte tegenstelling is Marshalls Principles. Die aarzelende waarschuwing aan het slot, boven aangehaald, is juist bedoeld om de lezer zelf het denkwerk te laten doen. Het boek neemt ook wel eens standpunten in, maar altijd met veel mitsen en maren; de hoofdmoot ervan bestaat uit het aanreiken van denkinstrumenten (vraag- en aanbodscurven, elasticiteiten, het onderscheid tussen partiële en totale aanpassingen van de produktiecapaciteit). Wie Marshall gelezen heeft is in staat problemen op te lossen, terwijl Mills van zijn lezers volgelingen en gelovigen probeert te maken. Dat lukt prima. Ik vermoed dat de meeste schrijvers nooit zozeer over het verband tussen hun eerste en laatste zinnen hebben nagedacht, en dat ze ze althans niet hebben vergeleken. Maar sommigen hebben dat wel. Hier is er een, M. Harrington (ik neem telkens drie zinnen, omdat ze zo kort zijn). In the twentieth century, something enormous is born. And something enormous is dying. This book is about what is dying. Het slot luidt: In these times, something enormous is dying: a good part of the Western tradition and environment. And something enormous is being born. And there is, paradoxically, in the depths of the various despairs of these times the glimpse of the heights of our hope. Aardig, nietwaar? Het is alleen niet bijzonder duidelijk waar het over gaat, en dat is zoals het behoort te zijn; want wie het boek leest (The Accidental Century) houdt ook enigszins dat vage gevoel over. Toch geeft het boek vrij veel informatie en ik zou niet graag willen dat iemand het ongelezen liet omdat hij alleen maar op de eerste en laatste bladzij had gekeken. Het is uiteraard van belang dat de laatste zin van dit artikel de moeite van het lezen waard is. Daarom citeer ik uit R.L. Heilbroners The Worldly Philosophers, dat de denkbeelden van een aantal economen behandelt. Hij opent met: This is a book about a handful of men with a curious claim to fame, en besluit: It is from the scope and wisdom of the economists of the past that we must reap the knowledge with which to face the future.Ga naar voetnoot*) |
|