De overeenkomst in vorm tussen bomen en wortelstelsels, koralen, sponzen, bloedvaatstelsels, tracheestelsels, zenuwstelsels.
Man is born to live and not to prepare to live (Dr. Zhivago, ik kan het niet zo gauw terugvinden in de hollandse vertaling). Het is goed als een volwassene zich opoffert voor zijn partner of voor zijn kinderen. Het is een perversiteit van dit instinct als hij dit meent te moeten doen voor zijn kindskinderen of voor nog later. Er moeten nooit doelen gesteld worden die buiten de directe generatie vallen, men kan dan nooit controleren of de middelen om het doel te bereiken wel effectief zijn. Er mag natuurlijk wel een doel zijn op langere afstand, maar dan moeten de controleposten, de étappe-eindpunten, per generatie gehaald kunnen worden.
Een doel buiten bereik van de eigen generatie is meta-physisch, en we dienen alles te mijden wat zich onttrekt aan ons wantrouwen, aan onze physische controle.
De rijkdom aan symboliek die Edmund Wilson vindt in Dr. Zhivago en de reactie daarop van Pasternak (brief in Encounter in die tijd), waarin hij voorzichtig meedeelt dat daarvan niets opzettelijk is. M.a.w. de namen die zo diepe betekenis schijnen te hebben, een betekenis die logisch past in het verhaal, heeft hij zonder bewuste bedoelingen gekozen. Ik geloof niet dat die symboliek toeval is; alleen al de herhaalde associaties van Larissa en zee, wind, meeuw etc. zijn daarvoor te hecht. Dat zou dus betekenen dat Pasternak al die beelden, die bovendien nog zo goed op zijn eigen leven slaan, onbewust moet hebben verwerkt tot het resultaat er zonder nadenken uit kon komen, als bij een droom.
Luisterend naar Schumann's Davidsbündler Tänzen. Zoveel herkenningen van latere muzieken (Tsjaikowski, Brahms, zelfs Debussy en Poulenc). Met alle elaboratie van harmonie en techniek blijft er in de romantische muziek van begin tot eind (?) althans in melodieën een grote verwantschap.
Dit loopt ongeveer parallel met de grote overeenkomst in thematiek zoals Praz die aantoont in de romantische literatuur, eindigend in D'Annunzio's plagiarisme (cf. Rachmaninoff).
Ter gelegenheid van het 1000ste boekje van de uitgeverij Bruna is een dubbele Simenon verschenen, waarvan een deel gevormd wordt door Het kasteel van Roodezand. Het is nog geschreven onder het pseudoniem Georges Sim, een kleine veertig jaar geleden. In het begin zat ik wat geërgerd te lezen. Zoveel onwaarschijnlijkheden, zulke verzonnen mensen. Maar ik las door omdat het altijd zin heeft om een zo groot schrijver als Simenon ook in een aanloopstadium te kennen. Ik moest ook even denken aan een detectiefje dat Carmiggelt lang geleden eens schreef, dezelfde gebreken waar niemand van kan vermoeden wat voor ontwikkeling er uit mogelijk zou zijn.
Tegen het eind van Het kasteel van Roodezand komt er echter een fragment dat veel van de latere kwaliteiten van Simenon bezit. In dat fragment wordt verteld hoe een vader zijn dodelijk gewonde zoon bezoekt aan het Franse front tijdens de eerste wereldoorlog. Terwijl Simenon elders in het boek onmachtig met grote woorden bezig is om een gruwelijke atmosfeer te suggereren, slaagt hij met een eenvoudige beschrijving er in iets over te brengen van de werkelijke gruwel van de oorlog.
De clou van het verhaal is dat de vader die zijn zoon heeft zien sterven als gevolg van de oorlog gek wordt en een geheim genootschap opricht, ‘De getuigen van de Apocalyps’. Dat gezelschap bestaat uit mesjokke kaashandelaren e.d. die zich tot taak stellen om uitvinders die materialen bijdragen tot nieuwe oorlogen om zeep te helpen.
Ik weet niet hoe Simenon er nu over zou denken, mij lijkt het onlogisch om dergelijke gedachten automatisch aan een gek toe te schrijven. Integendeel, men zou het zich nu als ideaal kunnen stellen, een gezelschap dat van hetzelfde doel bezeten is als wat Simenon als Sim belachelijk maakte. Treurig idee dat mensen met bijzondere hersens, uitvinders, wetenschappelijke ontdekkers, alleen maar in dienst willen staan van de stomweg tegen elkaar opbotsende machten, dat niet één ooit op het idee komt om zijn talenten tégen de noodlottige ontwikkeling te keren.
Reden waarom de meeste dieren, ook o.a. nachtinsecten, op licht afkomen. Alle dieren, ook de nachtdieren stammen af van dagdieren, die in donker alleen schuilplaats vinden of per ongeluk gevangen geraakt zijn. Steeds is het licht dan de richting van de uitweg. Dit is elementair.
Tijdens griep gelezen Alice B. Toklas What is remembered. Dezelfde bezwaren als tegen Gertrude Stein's Autobiography of Alice B. Toklas. Het is gebabbel, de meest oppervlakkige herinneringen, anecdotes, zonder