Omzien in blik
J. van Heerden
Autorijden is een ongemak, want telkens wanneer je langs iemand rijdt die je aardig vindt, zou je eigenlijk moeten kunnen stoppen, maar stoppen is niet overal toegestaan en onverwachts stoppen schijnt zelfs levensgevaarlijk. Het kenmerk van deze tijd is voor mij, dat dit ongemak verplicht is. Het is zoiets als militaire dienst. Je kunt je er eigenlijk niet met goed fatsoen aan onttrekken en het telt mee bij sollicitaties heb ik gehoord. Simuleren dat je homosexueel bent had vroeger misschien nog enig effect, maar wordt tegenwoordig toch niet meer beschouwd als ondermijnend voor de moraal in het verkeer, en tegen lichamelijke gebreken is al helemaal geen bezwaar. Daar zijn handige borden voor, die je op de achterbumper monteert. Andere automobilisten hebben geen enkele moeite met de grote letters, die als simpele initialen doorzichtig coderen wat je mankeert. Je moet er doorheen en wie daar eenmaal toe besloten heeft, doet er verstandig aan zich ook met de onnozele bijkomstigheden te verzoenen, zoals het verplicht chroom en lakwerk poetsen eenmaal per week. Tenslotte blijft er altijd nog de hoop op een burgeroorlog en dan kun je je voertuig eindelijk met goed fatsoen inleveren voor de opbouw der barricaden.
Ik heb er veel over gepraat. Op een avond in januari met Dolf, Reuven en Peter. Dolf was twee keer gezakt maar uiteindelijk toch geslaagd. Wat Reuven precies zei heb ik slechts vaag onthouden, want hij sprak mij te veel van angsten en gevaren. Peter oefende nog thuis volgens een beproefde Engelse methode met twee tennisballen, een pook en een bord. Hij was de laatste tijd vooruitgegaan.
Later heb ik tegen F. nog eens de stelling proberen te verdedigen, dat autorijles en psycho-analyse op elkaar lijken, hetzelfde therapeutische effect hebben. Evenals de psychiater stelt de rij-instrukteur zich tegen betaling beschikbaar hem in het oplossen van kritieke situaties (die je pas dankzij hem aankunt) te verslaan, en als je dat eenmaal beheerst ben je geslaagd of genezen. En het is al vaak gezegd, ook sex speelt een belangrijke rol in het verkeer. Ik merk dat elke avond om één uur, als het café tegenover mij gaat sluiten. De jongens gaan vijf voor één alvast in hun sportwagen zitten. Gasgeven zonder de koppeling te laten opkomen is een aangrijpend baltsgeluid en dan komen ook de meisjes naar buiten. In de tijd van mijn rijlessen ging ik dromen in termen van de rijschool die mijn instrukteur aanhing. Neem deze droom bijvoorbeeld: Ik stond op de preekstoel en was bezig een net gezongen psalm nader uit te leggen, toen er hard tegen het kerkraam getikt werd. Iemand die ik niet kon zien, riep: ‘Kijken, meneer van Heerden, kijken’. Dat roept mijn rij-instrukteur ook altijd, als hij mij er op wil attenderen dat er rechts iets beweegt. Hij tikt dan met zijn ring tegen het raampje van zijn portier. Net toen ik wilde kijken liep de wekker af.
Ik moet bekennen, dat ik gedurende de eerste weken van mijn lessen in een soort roes verkeerde. Al uren van te voren kon ik niet meer werken en ik doodde de tijd met zitten en opstaan en koffie zetten. Ik nam mij wel eens voor in die tijd, waarin mijn hoofd toch naar niets anders stond, het verkeersreglement van Belinfante door te nemen of een lijst te maken van mijn fouten tijdens de vorige les, maar zelfs voor dergelijke aangepaste activiteiten miste ik de noodzakelijke rust. In een mengsel van uitputting en opwinding nam ik tenslotte achter het stuur plaats. Na afloop, als er een nieuwe afspraak gemaakt moest worden, liet ik achteloos doorschemeren dat ik tegen vijf uur geen enkel bezwaar had. Op een ander uur rijden dan het spitsuur leek mij de weg van de minste weerstand. Ik werd een groot voorstander van het systeem, waarin de leerlingen elkaar afhalen en thuisbrengen. Met grote vaardigheid reed ik beverige dametjes naar de J.J. Viottastraat of het Minervaplein. En bij het thuisbrengen kreeg ik menigmaal de gelegenheid, rustig een sigaret rokend op de achterbank, een minachting te koesteren voor de chauffeur, en het heeft mij zelfs één keer oprecht gespeten dat ik mijn rij-instrukteur daar geen deelgenoot van kon maken.
Nadat ik de eerste keer gezakt was, begon ik mij te concentreren op de theorie. Ik ontwierp zelfs een nieuw verkeersbord: als we even afzien van voorrangswegen en voorrangskruisingen, is het raadzaam voor elke straat aan de rechterhand gas terug te nemen, want elke auto die daaruit komt heeft voorrang. Nu is het mij opgevallen, dat er veel