kan dit waarnemen, zoals al menige in het duister neergeschoten soldaat, die er ook niets aan kan doen dat hij warmte afgeeft, heeft moeten ondervinden.
Twee Amerikaanse geleerden hebben nu met hulp van studenten van Caltech een infraroodsterrekijker gebouwd. Daar er dag en nacht warmtestraling is, ook van de kijker zelf, is hun probleem ongeveer dat van de man die een lichtgevende sterrekijker in het daglicht wil gebruiken. De auteurs leggen echter uit hoe zij alle storingen wisten op te heffen, en geheel automatisch een infrarode sterrenkaart van de noordelijke hemel wisten te maken. Die sterrenkaart lijkt niets op de oude bekende: een infrarode (‘koude’) ster hoeft helemaal niet zichtbaar te zijn, en andersom.
De Scientific American heeft nu op pag. 55 de driehonderd infraroodste sterren in kaart gebracht, een plaatje dat duidelijker is dan dat bij het wetenschappelijk verslag in de The Astrophysical Journal van dezelfde auteurs. Toen ik die pagina 55 opensloeg zag ik direct, nog voor ik het onderschrift gelezen had, welke boodschap die driehonderd rode puntjes behelsden. Voor ik u dat vertel, zou ik u willen smeken om het augustusnummer van de Scientific American te kopen of te lenen, en zelf onbevooroordeeld te kijken. Ik zal de kaart hierbij afdrukken.
Wat ik in onbeholpen, maar onmiskenbare, schrijfletters lees op dit plaatje is: ‘All nonsense’. Aan een aantal mensen legde ik dit plaatje voor zonder er iets bij te zeggen; slechts één zei spontaan: ‘all nonsense’ (dit was een Engels proefpersoon). Maar toen ik het plaatje aan hen voorlegde met de vraag: wat staat hier in het Engels voor boodschap geschreven?, toen zag meer dan de helft van mijn vrienden duidelijk ‘all nonsense’ staan. Andere antwoorden waren: ‘Almond ease’ (het gemak van amandelen), ‘animal sense’ en ‘alles op alles’, maar dat is niet eens Engels.
Ik ga nu alleen verder met diegenen die net als ik de sterren het ‘all nonsense’ zien spellen.
De boodschap AN (zoals we ‘all nonsense’ verder zullen afkorten) komt òf van de aarde, òf niet. Ze komt òf uit een bewuste bron, òf niet. Dat geeft dus vier mogelijkheden: bewuste of onbewuste boodschap van aardse oorsprong, bewuste of onbewuste boodschap van buitenaardse herkomst.
Als AN een bewuste aardse boodschap is, dus een grapje van de illustrator van de Scientific American, of van een van de studenten van Caltech die op een nacht met een kaarsje AN heeft geschreven op het registratieapparaat, dan is de kwestie verder van geen belang.
Als AN een onbewuste aardse boodschap is, dus bijvoorbeeld doordat een student van Caltech op een nacht met een wat warme ballpoint AN schreef in de buurt van het registratieapparaat, of - veel interessanter hypothese - als AN alleen maar door de suggestie dat er een Engelse boodschap moet staan door ons gelezen wordt, terwijl een Chinees er ‘Tsjong wah lo’ in ziet, dan is de verklaring van het verschijnsel wel interessant, maar de boodschap AN zelf niet.
Blijven we dus met de twee gevallen dat AN echt van buiten de aarde op pag. 55 van het augustusnummer van de Scientific American is gekomen. Onbewust betekent dan dat de infrarode hemel inderdaad toevallig de woorden AN schrijft, zonder dat we daaraan meer waarde mogen hechten dan dat de Grote Beer een grote beer is. Kan zo'n toevalligheid zich voordoen? Hiervoor zijn enige berekeningen vereist, die ik u bespaar. Als u bedenkt op hoeveel andere golflengten dan de 2,2 micron, die men in Californië gebruikte, men naar het uitspansel kan gaan kijken, en vanuit hoeveel planeten rondom hoeveel zonnen men zulke sterrenkaarten zou kunnen maken, dan wordt die toevalligheid al iets gewoner. Men zou zelfs kunnen zeggen dat er wel altijd ergens een planeet zou moeten zijn en een golflengte waarop men in de sterrenkaart AN kan lezen. Maar de toevalligheid berust hierin dat die planeet en die golflengte nu juist die zijn van de twee geleerden, omdat toch waarschijnlijk alleen op deze planeet Engels wordt gesproken, en het latijnse alfabet gebruikt. Dus niet de vorm AN zelf is zo merkwaardig (elke andere vorm is net zo merkwaardig) maar dat wij in AN een betekenis kunnen zien. De kans dat de infrarode sterren ‘toevallig’ een betekenisvolle boodschap aan ons geven is te vergelijken met de kans dat de koningin, bij het uitspreken der troonrede, doordat allerlei moleculen ‘toevallig’ een bepaalde kant uitgaan, in een kikvors verandert. Zo'n kleine kans noemen we in de wetenschap een onmogelijkheid.
Als enige conclusie blijft ons dus over dat AN een bewuste buitenaardse boodschap is. Of de buitenaardse intelligentie ons dit laat weten door inderdaad de infrarode sterren zo te groeperen dat ze de Engelse handgeschreven boodschap AN vormen, of dat de infrarode sterren staan zoals ze nu eenmaal staan, maar dat die buitenaardse intelligentie (u ziet het: ik haal er geen god bij), ik her-