Misschien om mij te troosten voor het feit dat ik niet mee mocht spelen, vroeg Bernlef mij een kort verhaaltje te houden over de Vexations, voor de muziek zou beginnen. Omdat ik dat soort dingen altijd moet opschrijven kan ik het u nu nog eens laten lezen:
Vorig jaar was het 100 jaar geleden dat Erik Leslie Satie werd geboren. Ik denk wel eens dat Satie de enige componist is die de afgelopen eeuw zal overleven. Zijn vader was Frans, zijn moeder Schots. Zoals u weet heeft zelfs Lysenko erkend dat men door bastaardering van uiteenlopende variëteiten iets bijzonders kan krijgen; een grote scala, lopend van misbaksels tot extreem gelukkige combinaties van eigenschappen. Satie was in het oog van velen een misbaksel, maar constant zijn er mensen geweest die hem zagen als een extreem gelukkige combinatie van eigenschappen.
Tot voor kort werd Satie voornamelijk genoemd als degene waar zelfs Debussy respect voor had, waar Ravel veel aan te danken had, de peetvader van de Six, van de School van Arcueuil. Van de School van Arcueuil weet niemand meer de namen, de Six zijn nu zowat uitgestorven, Ravel... laat ik geen oude liefden afvallen. Maar steeds meer wordt de aandacht direct gericht op Satie, op zijn muziek, op zijn tekeningen die iets van Steinberg hebben (de Steinberg die op Klee lijkt) voordat Klee werd geboren, op zijn verhalen waarop de aardigste surrealisten tientallen jaren later nog jaloers konden zijn, op de vriendin waarmee hij korte tijd samenleefde, het mooiste model van Renoir en Toulouse Lautrec, de moeder van Utrillo.
John Cage, zelf zo'n geweldig inspirator en ontdekker, heeft met de grootste eerbied over Satie geschreven en heeft enige jaren geleden de première gebracht van de Vexations, in een uitvoering zoals hij in overeenstemming achtte met het voorschrift van Satie: se jouer 840 fois.
Een pianist speelde het kleine stuk 15 maal achtereen, terwijl zijn opvolger al op een bankje te wachten zat om te voldoen aan het voorschrift van Satie: il sera bon de se préparer au préalable dans le plus grand silence par des immobilités sérieuses. Na te hebben gespeeld ging de pianist rechts van de piano zitten tellen tot zijn opvolger 15 maal zou hebben gespeeld. Op deze manier kwamen 12 pianisten aan bod en ontstond door spel, meditatie, tellen, dubbele aflossing een ritueel dat Cage very beautiful vond.
Na lang beraad zijn de Hollandse organisatoren tot de conclusie gekomen dat Satie bedoeld heeft dat slechts één man of vrouw moet spelen.
Zoals te lezen is in het laatste nummer van Barbarber reageerde Cage wat vreemd op de vraag van Bernlef of het niet beter zou zijn om één man zo dicht mogelijk in de buurt te laten komen van de 840 maal. Cage was