H. Drion
Al die intellectuelen die denken dat ze te goed zijn voor de politiek: wat kennen zij zichzelf slecht!
Laten we redelijk zijn: de meeste vooruitgang is de vrucht van compromissen. Maar laten we redelijk zijn: zonder radicalisme geen compromissen. Hoeveel blindheid heeft de redelijkheid nodig om tot resultaten te komen?
Ik heb een onverwoestbaar en irrationeel vertrouwen in de beperkingen van het menselijk intellect.
Beter tien maal door anderen bedrogen, dan één maal zonder reden denken dat je bedrogen wordt; het laatste is zo vernederend.
Voor veel intellectuelen van nu is het anti-burgerlijke ethos, wat het christelijk geloof was voor de burger van vroeger: goed voor de zondagspreek, niet voor het dagelijkse leven.
Zelfbedrog is hypocrisie zonder intellectuele ruggegraat.
Het is jammer dat de mensen je ondeugden altijd veel te veel in zwart/wit zien, en je deugden juist te weinig.
Veel mensen associëren intellect met koelheid. Van hun standpunt uit misschien begrijpelijk, als men bedenkt dat iedere warmte-ontwikkeling energie kost.
De grenslijn tussen hypocrisie en idealisme is niet zo scherp. Minder scherp in ieder geval dan beseft wordt door wie aan zijn eigen idealisme denkt of aan de hypocrisie van anderen.
In het land van de rookbom - Van boven uit mijn raam zie ik een jonge kat op avontuur door de struiken van de tuin sluipen. Zonder zichtbare reden houdt hij stil, legt zich in hinderlaag. Het achterlijf één opgewonden trilling, de staart zwiept dreigend heen en weer. Voorzover ik kan zien is de vijand een groot blad, een van de laatste van de herfst, dat een beetje nerveus en onregelmatig in de wind hangt te draaien. Een tijdje duurt de opwinding voort. Dan, zo plotseling als het spel begonnen was, houdt het op. Het herfstblad blijft heen en weer draaien, een beetje nerveus en onregelmatig.