H. Drion
De meeste mensen zijn minder trots op hun vermogen mooie dingen mooi te vinden dan op hun onvermogen om te genieten van wat anderen ‘ten onrechte’ mooi vinden.
Het rechtsgevoel - je ziet het bij kinderen - is een veredelingsprodukt van de afgunst; het is geobjectiveerde afgunst. Daarmee is van het rechtsgevoel nog niets kwaads gezegd, van de afgunst niets goeds.
Het is misschien nog moeilijker de omvang van je eigen deugden te kennen dan de werking van je eigen ondeugden.
Sommige intellectuelen beschouwen de politiek als hun kinderkamer: je kunt er je fantasieën uitleven zonder rekening te houden met de realiteit, en je behoeft je niet te bekommeren om de rommel die je er achter laat.
De opera geeft de meest adekwate expressie van het menselijk drama: tegelijk aangrijpend en een beetje belachelijk.
De mogelijkheid van zelfmoord blijft het sterkste antwoord op het menselijk zelfbeklag. Dat verklaart misschien de principiële bezwaren ertegen.
Eén druppel wijn voldoende om de zee te kleuren? Dan moet één druppel wijn, onttrokken aan de zee, iets aan haar kleur ontnemen. Misschien een troost bij het sterven.
Veel rebellen zijn niet anders dan de standaardnegatieven van de standaardburger, hun gedragingen en voorkeuren even teleurstellend voorspelbaar.
Gelukkig zijn eist energie, al was het alleen al de energie om gelukkig te willen zijn. In de twintigste eeuw wordt zuinigheid met deze energie als een deugd beschouwd.
Wat zou er van het raderwerk van de menselijke samenleving overblijven zonder de olie van het misverstand?
Gezag en macht zijn ‘facts of life’ waar vele moderne intellectuelen nog altijd op dezelfde manier tegenover staan als de victoriaanse negentiende-eeuwer tegenover sexe en erotiek. Het bestaan ervan kan moeilijk worden ontkend, maar voor een fatsoenlijk mens is dat dan ook de uiterste concessie.