Hollands Maandblad. Jaargang 7 (214-225)

[p. 26]

[Gedicht]
Karel Soudijn

in het café
al de kinderen die je des zomers in een zwembad kunt vinden
drinken er
lieve ilse ik zit hier 120 kilometer ver
bij zijn afscheid zei pastoor amse
en maar braafjes bidden hoor
veertien dagen later was hij dood
voor het raam staan we te kijken
hoe dominee visser met twee
van zijn volgelingen een weg probeert
over de beijzelde straat
schuift de herder slingert wat en wijkt dan uit
naar het trottoir
bruine bladeren
slechts het meisje van dertien
houdt vandaag van een rechtere stap

tekende vroeger vooral mooie zwarte bomen
met vaardige hand brengt hij nu
op een etsplaat wat bijbelteksten aan
op een feestelijke bijeenkomst
huppelt hij als een kind
hoort roland holst zeggen dat de dode achterberg
één van onze grootste dichters is
en praat weer over een boom uit zijn jonge jaren
die naast de spijlen van een hek niet recht stond
eeuwig een wortelmannetje

en een dwerg in het hout
vervloekt de man
die ooit
de natte dauw
verhief
tot bleke parels

Een nacht en twee dagen
in de romeinse paleisstad Split.
Het jaar daarop een uur.
In een vleeswarenwinkel
bleken de koppen van schapen
vervangen door hangende vogels.

[p. 27]

Ibiza

 

vandaag een poging gedaan

 

om een baai te bezoeken op dit eiland

 

naaldbomen van een lichtgevend groen

 

een steengroeve voorbij

 

vruchtbomen op vergeten land

 

de steen was stoffig wit

 

achter een tak de zee

 

een houtskoolbrandershut

 

we hebben een andere baai gevonden

 

cala galera

 

dat is mildere taal

 

dan

 

ik houd van je

Een ring in haar oor
om de woeste paarden aan te leggen.
Meisje uit Carthago.

26 april 1965
op de oudezijdsachterburgwal in amsterdam:
doe je pik in je broek
riep de caféhoudersdame
tegen een zielig zittende hond
kijk hij doet het
riep ze weer
nou heren
bent u ook zo gedresseerd?

hoe mooi om geneesheer te zijn
je opent een mond controleert
de holte plus tong
en laat dan de eerste letter van het
alfabet spreken

doorgaan met die
nieuwe duidelijker taal

helaas
ook doktershanden trillen wel eens
zoals de deliricus terecht opmerkte