Films
In vergelijking met andere landen (met verhoudingsgewijs vaak meer bioscopen) worden in Nederland veel films geimporteerd. Ruim tweederde daarvan verdwijnt heel spoedig. Over het algemeen hoeft men daar geen traan over te laten: het zijn middelmatige amusementsfilms zonder een greintje fantasie of ambitie gemaakt. Maar ook bij een aantal artistiek pretentievolle maar commerciële mislukkingen kan men het publiek soms moeilijk een ernstig verwijt maken dat ze er niet naar zijn komen kijken. Voor een klein groepje insiders en belangstellenden zijn vooral die interessante mislukte films boeiend. De koppen van de filmliefhebbers in Nederland blijken dan gauw geteld.
Iets anders is dat een reeks in Amsterdam en Utrecht met succes vertoonde ‘moeilijke’ films in andere grote en middelgrote steden geen poot aan de grond krijgen. Het aantal bioscopen met name in de kleine steden is te gering om risico's te nemen en een handjevol succesfilms - zowel de bond-machineriën als het bijna steeds erotisch getinte artwerk zoals une femme mariee - houdt de zalen domweg bezet. Het gaat erop lijken dat het pubiek een enkele film persé wil zien en de rest radicaal links laat liggen.
De artfilms die ‘men gezien moet hebben’ worden echter bijna steeds voorzichtig met één kopie tegelijk uitgebracht. Voordat le bonheur alle steden met meer dan 100.000 inwoners bereikt heeft zal minstens een jaar verlopen zijn. Gezien de wekenlange prolongaties van die paar films die ik al maanden geleden aanbevolen heb kan ik nu maar weinig nieuws aankondigen.
Een amusementsfilm boven de middelmaat is the knack Rvan de naar Engeland verhuisde Amerikaanse regisseur Richard Lester. Drie merkwaardige Londense jongens vangen een onnozele Rita Tushingham op als zij uit de provincie naar de grote stad komt. Veel minder scherp en modern dan Lesters vorige film a hard day's night (de Beatle film) is the knack heel plezierig om naar te kijken, al kan men ook wachten tot de tweede Lennon-McCartney cs produktie (eveneens door Lester geregisseerd) help uitkomt.
Luchtiger, maar minder mooi bijvoorbeeld dan une femme mariee of la peau douce is de al weer twee maanden geleden in Den Haag gestarte de l'amour, het speelfilmdebuut van Jean Aurel. ‘Influencé par Stendhal’ heet het bescheiden in de titels, en terecht. Pas als de aanwezigheid (ook letterlijk) van de slimme veelschrijver Cecil Saint Laurent van het doek verdwenen is en Michel Piccolo als de door sex en film bezeten tandarts het zeer wezenlijk te pakken krijgt van een ditmaal wel bijzonder appetijtelijke Elsa Martinelli, komt de film lekker op gang. De tandarts, die zijn veroveringen pas na de eerste behandeling op celluloid zet, vertoont zijn hobbywerk steeds aan de volgende dames. De keuring heeft daar wat in gekuist, waardoor Piccoli nu iets proleterigs gaat missen. Om mij geheel onduidelijke redenen moest er nog een ander stukje uit, als Martinelli uit een auto stapt met alleen een regenjas om de schouders en men een paar seconden haar linkerborst van opzij ziet. Het journalistieke van Stendhals verzameling ‘stukjes’ komt zo nu en dan wel over, al is het bij Aurel een boulevardreportage geworden.
Volgende maand, als het seizoen wat meer op gang gekomen is, zal er wel meer te melden zijn.
R.d.M.